Einde inhoudsopgave
Richtlijn 98/56/EG betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 02-09-1998
- Bronpublicatie:
20-07-1998, PbEG 1998, L 226 (uitgifte: 13-08-1998, regelingnummer: 98/56/EG)
- Inwerkingtreding
02-09-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-07-1998, PbEG 1998, L 226 (uitgifte: 13-08-1998, regelingnummer: 98/56/EG)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Teeltmateriaal kan alleen dan met een verwijzing naar het ras in de handel worden gebracht, wanneer het betrokken ras:
- —
wettelijke bescherming geniet uit hoofde van een kwekersrecht overeenkomstig de bepalingen over de bescherming van nieuwe rassen, of
- —
officieel geregistreerd is,
- —
of algemeen bekend is, of
- —
voorkomt op een lijst van een leverancier met zijn benaming en een gedetailleerde beschrijving. Deze lijsten worden opgesteld overeenkomstig aanvaarde internationale richtsnoeren, wanneer die van toepassing zijn. De lijsten zijn op verzoek beschikbaar voor de verantwoordelijke officiële instantie van de betrokken lidstaat.
2.
Ieder ras moet voorzover mogelijk in alle lidstaten dezelfde benaming hebben, overeenkomstig de uitvoeringsmaatregelen die volgens de procedure van artikel 17 kunnen worden goedgekeurd, of, zo deze er niet zijn, in overeenstemming met aanvaarde internationale richtsnoeren.
3.
Wanneer teeltmateriaal in de handel wordt gebracht met een verwijzing naar een andere plantengroep en niet naar een ras als bedoeld in lid 1, beschrijft de leverancier deze plantengroep zodanig dat verwarring met een rasnaam wordt voorkomen.
4.
Volgens de procedure van artikel 17 kunnen aanvullende bepalingen ter uitvoering van lid 1, vierde streepje, worden vastgesteld.