Einde inhoudsopgave
Richtlijn 98/56/EG betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 10-07-2003
- Bronpublicatie:
18-06-2003, PbEU 2003, L 165 (uitgifte: 01-01-2003, regelingnummer: 2003/61/EG)
- Inwerkingtreding
10-07-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-06-2003, PbEU 2003, L 165 (uitgifte: 01-01-2003, regelingnummer: 2003/61/EG)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Richtlijn van de Raad van 20 juli 1998 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Europees Parlement (2),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),
- (1)
Overwegende dat in de agrarische productie van de Gemeenschap de teelt van siergewassen een belangrijke plaats inneemt;
- (2)
Overwegende dat bevredigende resultaten bij de teelt van siergewassen in ruime mate afhangen van de kwaliteit en de gezondheid van het materiaal dat voor de teelt van de siergewassen wordt gebruikt;
- (3)
Overwegende dat vaststelling van geharmoniseerde voorschriften op communautair niveau de kopers in de gehele Gemeenschap de zekerheid zal geven dat het teeltmateriaal dat zij ontvangen, fytosanitair in orde en van goede kwaliteit is;
- (4)
Overwegende dat, wat het fytosanitaire aspect betreft, de geharmoniseerde voorschriften coherent moeten zijn met het bepaalde in Richtlijn 77/93/EEG van de Raad van 21 december 1976 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (4);
- (5)
Overwegende dat communautaire voorschriften moeten worden vastgesteld voor alle geslachten en soorten van siergewassen in de Gemeenschap, behalve voor die welke worden bestreken door Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (5);
- (6)
Overwegende dat het, onverminderd de plantenziektekundige voorschriften van Richtlijn 77/93/EEG, niet dienstig is de communautaire voorschriften voor het in de handel brengen toe te passen op teeltmateriaal waarvan wordt aangetoond dat dit voor uitvoer naar derde landen bestemd is, aangezien de in die landen geldende voorschriften van de bij deze richtlijn vastgestelde kunnen afwijken;
- (7)
Overwegende dat voor de vaststelling van fytosanitaire eisen en kwaliteitsnormen voor bepaalde geslachten en soorten uitvoerig en gedetailleerd technisch en wetenschappelijk onderzoek vereist is; dat daartoe derhalve moet worden voorzien in een adequate procedure;
- (8)
Overwegende dat het in de eerste plaats de taak van de leveranciers van teeltmateriaal is om ervoor te zorgen dat hun producten aan de voorschriften van deze richtlijn voldoen;
- (9)
Overwegende dat de bevoegde autoriteiten van de lidstaten via controles en keuringen erop moeten toezien dat de leveranciers deze voorschriften naleven;
- (10)
Overwegende dat communautaire controlemaatregelen moeten worden getroffen om te garanderen dat de normen van deze richtlijn in alle lidstaten op gelijke wijze worden toegepast;
- (11)
Overwegende dat het in het belang van de koper van teeltmateriaal is dat de benaming van het ras of de plantengroep bekend is en dat de identiteit wordt gevrijwaard;
- (12)
Overwegende dat de specifieke kenmerken van de bedrijven in de siergewassensector een complicatie vormen; dat bovengenoemde doelstelling derhalve het best kan worden bereikt door algemene rasbekendheid of, indien het een ras of plantengroep betreft, door een beschrijving die wordt opgesteld en bewaard door de leverancier;
- (13)
Overwegende dat met het oog op een correcte identificatie van en een geordende handel in teeltmateriaal communautaire voorschriften moeten worden vastgesteld met regels betreffende het apart houden van partijen en de waarmerking; dat op het waarmerkstrookje alle gegevens moeten worden vermeld die voor de officiële controle nodig zijn of waarover de teler moet kunnen beschikken;
- (14)
Overwegende dat regels moeten worden vastgesteld op grond waarvan bij tijdelijke moeilijkheden op het gebied van de voorziening, teeltmateriaal in de handel mag worden gebracht dat aan minder strenge eisen voldoet dan die welke bij deze richtlijn zijn vastgesteld;
- (15)
Overwegende dat moet worden bepaald dat in derde landen gekweekt teeltmateriaal in de Gemeenschap mag worden verhandeld, doch steeds op voorwaarde dat hiervoor in alle opzichten gelijkwaardige garanties worden gegeven als voor teeltmateriaal dat in de Gemeenschap wordt geproduceerd en aan de communautaire voorschriften voldoet;
- (16)
Overwegende dat om de verschillende in de lidstaten toegepaste technische controlemethoden te harmoniseren en het in de Gemeenschap gekweekte teeltmateriaal te kunnen vergelijken met producten uit derde landen, vergelijkingsproeven moeten worden uitgevoerd om na te gaan of het teeltmateriaal aan de bij deze richtlijn vastgestelde eisen voldoet;
- (17)
Overwegende dat, om de bij deze richtlijn vastgestelde regeling vlot te doen functioneren, de Commissie moet worden opgedragen maatregelen ter uitvoering van deze richtlijn vast te stellen; dat dergelijke maatregelen moeten worden vastgesteld volgens een procedure waarbij de Commissie en de lidstaten nauw met elkaar samenwerken in het kader van een Permanent Comité voor teeltmateriaal van siergewassen;
- (18)
Overwegende dat bij Richtlijn 91/682/EEG van de Raad van 19 december 1991 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen, alsmede van siergewassen (6) op communautair niveau geharmoniseerde voorschriften werden vastgesteld om de kopers in de gehele Gemeenschap de zekerheid te geven dat het teeltmateriaal en de siergewassen die zij ontvangen, fytosanitair in orde en van goede kwaliteit zijn;
- (19)
Overwegende dat de lidstaten gewag hebben gemaakt van moeilijkheden bij de interpretatie en de omzetting van genoemde richtlijn;
- (20)
Overwegende dat genoemde richtlijn geschikt werd geacht voor opname in het SLIM-initiatief (Simpler Legislation for the Internal Market — eenvoudiger regelgeving voor de interne markt), dat in mei 1996 door de Commissie werd opgestart;
- (21)
Overwegende dat het SLIM-team voor siergewassen diverse aanbevelingen heeft gedaan ter vereenvoudiging van genoemde richtlijn; dat deze aanbevelingen zijn opgenomen in de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over het SLIM-initiatief;
- (22)
Overwegende dat deze aanbevelingen betrekking hadden op de personen die door die richtlijn aan controle moesten worden onderworpen, de soorten die onder die richtlijn moesten vallen, de authenticiteit van de rassen, de verhouding tot Richtlijn 77/93/EEG en de gelijkwaardigheid ten aanzien van derde landen;
- (23)
Overwegende dat het gezien deze aanbevelingen wenselijk is enige bepalingen van Richtlijn 91/682/EEG te wijzigen; dat de richtlijn duidelijkheidshalve, gezien het aantal veranderingen, in een nieuw jasje moet worden gestoken,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Voetnoten
PB C 50 van 17. 2. 1998, blz. 8.
PB C 104 van 6. 4. 1998, blz. 40.
PB C 157 van 25. 5. 1998, blz. 3.
PB L 26 van 31. 1. 1977, blz. 20. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/2/EG van de Commissie (PB L 15 van 21. 1. 1998, blz. 34).
PB L 61 van 3. 3. 1997, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 938/97 van de Commissie (PB L 140 van 30. 5. 1997, blz. 1).
PB L 376 van 31. 12. 1991, blz. 21.