Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde verordening (EU) nr. 149/2013 aanvulling Verordening (EU) nr. 648/2012 met technische reguleringsnormen betreffende indirecte clearingregelingen, de clearingverplichting, het openbaar register, toegang tot handelsplatform, niet-financiële tegenpartijen, risico-inperkingstechnieken voor niet door een CTP geclearde otc-derivatencontracten
Artikel 3 Verplichtingen van CTP's
Geldend
Geldend vanaf 11-12-2017
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 03-01-2018.
- Bronpublicatie:
22-09-2017, PbEU 2017, L 304 (uitgifte: 21-11-2017, regelingnummer: 2017/2155)
- Inwerkingtreding
11-12-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-09-2017, PbEU 2017, L 304 (uitgifte: 21-11-2017, regelingnummer: 2017/2155)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Een CTP opent en handhaaft de in artikel 4, lid 4, bedoelde rekeningen overeenkomstig het verzoek van het clearinglid.
2.
Een CTP die de activa en posities van meerdere indirecte cliënten aanhoudt in een rekening zoals bedoeld in artikel 4, lid 4, onder b), houdt afzonderlijke vastleggingen van de posities van elke indirecte cliënt bij, berekent de marges met betrekking tot elke indirecte cliënt en int de brutosom van deze marges aan de hand van de in artikel 4, lid 3, bedoelde informatie.
3.
Een CTP omschrijft, monitort en beheert de materiële risico's ten gevolge van de verstrekking van indirecte clearingdiensten die de veerkracht van de CTP bij ongunstige marktontwikkelingen kunnen aantasten.