Einde inhoudsopgave
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door olie
Artikel VI
Geldend
Geldend vanaf 19-06-1975
- Bronpublicatie:
29-11-1969, Trb. 1970, 196 (uitgifte: 24-11-1970, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
19-06-1975
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-11-1975, Trb. 1975, 121 (uitgifte: 01-01-1975, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien na een voorval de eigenaar overeenkomstig artikel V een fonds heeft gevormd en gerechtigd is zijn aansprakelijkheid te beperken,
- (a)
zal een persoon die uit dat voorval een vordering wegens schade door verontreiniging heeft, ter zake van die vordering geen rechten kunnen doen gelden op andere goederen van die eigenaar;
- (b)
zal de rechterlijke of andere bevoegde autoriteit van een Verdragsluitende Staat de opheffing bevelen van beslag, gelegd op schepen of andere eigendommen van de eigenaar terzake van een vordering tot vergoeding van schade door verontreiniging voortvloeiende uit dat voorval en op overeenkomstige wijze handelen ten aanzien van borgtocht of andere ter voorkoming van een zodanig beslag gestelde zekerheid.
2.
Het voorgaande is evenwel alleen van toepassing indien de schuldeiser toegang heeft tot de rechtbank die het fonds beheert en het fonds daadwerkelijk beschikbaar is tot voldoening van zijn vordering.