Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart
Artikel 25 In nood verkerende luchtvaartuigen
Geldend
Geldend vanaf 04-04-1947
- Bronpublicatie:
07-12-1944, Stb. 1947, H 165 (uitgifte: 04-07-1947, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
04-04-1947
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-1954, Trb. 1954, 18 (uitgifte: 01-01-1954, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Douane (V)
Elke Verdragsluitende Staat verbindt zich, zodanige maatregelen te treffen voor hulpverlening aan luchtvaartuigen, die boven zijn grondgebied in nood verkeren, als hij uitvoerbaar acht en onder toezicht van zijn eigen autoriteiten de eigenaren van het luchtvaartuig of de autoriteiten van de Staat waarin het luchtvaartuig is ingeschreven, toe te staan zodanige bijstand te verlenen als de omstandigheden noodzakelijk maken. Elke Verdragsluitende Staat doet opsporing van vermiste luchtvaartuigen geschieden in geordende samenwerking volgens maatregelen welke op grond van dit Verdrag van tijd tot tijd kunnen worden aanbevolen.