Einde inhoudsopgave
Landsverordening loonbelasting [Aruba]
Artikel 7 [Voljaarsloon]
Geldend
Geldend vanaf 31-07-2013. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
10-07-2013, Afkondigingsblad van Aruba 2013, 46 (uitgifte: 30-07-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
31-07-2013, terugwerkend tot: 01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-2013, Afkondigingsblad van Aruba 2013, 46 (uitgifte: 30-07-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Aruba
1.
Het loon, genoten over een ander loontijdvak dan een jaar, wordt tot een voljaarsloon herleid. Loontijdvak is het tijdvak waarover het loon wordt verkregen.
Bij die herleiding wordt voor:
- a.
halve-dagloners een jaar op 520 dagen gesteld;
- b.
dagloners een jaar op 260 dagen gesteld;
- c.
weekloners een jaar op 52 weken gesteld;
- d.
quincena-loners een jaar op 26 quincena's gesteld;
- e.
maandloners een jaar op 12 maanden gesteld;
- f.
kwartaalloners een jaar op 4 kwartalen gesteld.
2.
Een loontijdvak van niet meer dan 4 uren wordt op een halve dag gesteld.
3.
Als voljaarsloon geldt voor de toepassing van deze landsverordening het in het kalenderjaar te verkrijgen loon, indien over het gehele jaar van de inhoudingsplichtige loon zou worden verkregen. Hierbij wordt uitgegaan van het loon over het tijdvak hetwelk bij de aanvang van het kalenderjaar wordt verkregen, of, zo de dienstbetrekking in de loop van het kalenderjaar is ontstaan, het loon over het tijdvak bij de aanvang van de dienstbetrekking.
4.
Het zuiver voljaarsloon wordt verkregen door het voljaarsloon te verminderen, indien het een dienstbetrekking betreft van:
- a.
een in Aruba wonende werknemer:
- —
met 3% tot een maximum bedrag van Afl. 1.500,– in geval van een bestaande dienstbetrekking;
- —
met de bijdragen van een werknemer in de verschuldigde premies ingevolge de Landverordening algemene ouderdomsverzekering en de Landsverordening algemene weduwen- en wezenverzekering;
- —
met aan het loon verbonden verplichte bijdragen van de werknemer voor pensioen en pensioenfondsen als bedoeld in artikel 9, zesde lid, van de Landverordening inkomstenbelasting;
- —
met 5% tot een maximum bedrag van Afl. 3.360,– voor de aan het loon verbonden verplichte bijdrage in spaar- en voorzieningsfondsen als bedoeld in artikel 9, zesde lid, van de Landverordening inkomstenbelasting;
- —
met Afl. 750,– per kind, zoals bedoeld in artikel 23a, eerste lid, onderdeel a, van de Landsverordening inkomstenbelasting (AB 1991 no. GT 51), dat bij aanvang van het kalenderjaar jonger is dan 17 jaar;
- —
met de bijdragen van de werknemer ingevolge de Landsverordening algemene ziektekostenverzekering (AB 1992 no. 18).
- b.
een niet in Aruba wonende werknemer:
- —
met 3% tot een maximum bedrag van Afl. 1.500,– in geval van een bestaande dienstbetrekking.
5.
De kinderaftrek, bedoeld in het vierde lid, wordt slechts dan door de inhoudingsplichtige toegepast, indien en voor zover de werknemer hem een daartoe strekkende verklaring, met gebruikmaking van een door de Algemeen Directeur van het Departement der Belastingen vastgesteld formulier, heeft overgelegd.