Einde inhoudsopgave
Landelijk procesreglement civiele zaken rechtbanken en gerechtshoven KEI
1.21 Insolventie van een van partijen
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2019
- Redactionele toelichting
De dag van de datum van afkondiging is gezet op 01.
- Bronpublicatie:
01-10-2018, Stcrt. 2019, 10137 (uitgifte: 25-02-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-10-2018, Stcrt. 2019, 10137 (uitgifte: 25-02-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bijzondere onderwerpen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Indien een partij het gerecht meedeelt dat één van de partijen in staat van faillissement is verklaard of tot de wettelijke schuldsanering is toegelaten, deelt deze partij tevens mee op welke datum de faillietverklaring heeft plaatsgevonden dan wel de wettelijke schuldsaneringsregeling van toepassing is verklaard.
- •
Toepassing artikel 29 Faillissementswet
Indien in eerste aanleg de gehele zaak vanwege het faillissement van de verweerder of vanwege de toepassing op de verweerder van de wettelijke schuldsaneringsregeling met toepassing van artikel 29 Faillissementswet van rechtswege is geschorst, wordt de zaak ambtshalve doorgehaald.
Indien in hoger beroep de gehele zaak vanwege het faillissement van de verweerder in eerste aanleg of vanwege de toepassing op de verweerder in eerste aanleg van de wettelijke schuldsaneringsregeling met toepassing van artikel 29 Faillissementswet van rechtswege is geschorst, wordt de zaak ambtshalve doorgehaald.
- •
Toepassing artikelen 27 en 28 Faillissementswet
Indien in eerste aanleg vanwege het faillissement van de eiser of vanwege de toepassing op de eiser van de wettelijke schuldsaneringsregeling de artikelen 27 of 28 Faillissementswet van toepassing zijn, wordt op verzoek van de wederpartij een termijn van vier weken verleend voor oproeping van de curator dan wel de bewindvoerder, tenzij die zich al over overneming van het geding heeft uitgelaten.
Indien in hoger beroep vanwege het faillissement van de eiser in eerste aanleg of vanwege de toepassing op de eiser in eerste aanleg van de wettelijke schuldsaneringsregeling de artikelen 27 of 28 Faillissementswet van toepassing zijn, wordt op verzoek van de wederpartij een termijn van vier weken verleend voor oproeping van de curator dan wel de bewindvoerder, tenzij die zich al over overneming van het geding heeft uitgelaten.
Zowel in eerste aanleg als in hoger beroep geldt dat, indien voortprocederen achterwege blijft, de zaak ambtshalve wordt doorgehaald. Indien wel wordt voortgeprocedeerd, wordt de procedure voortgezet in de staat waarin deze zich bevindt.