Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1189/2011 tot vaststelling van nadere voorschriften voor sommige bepalingen van Richtlijn 2010/24/EU betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 09-12-2011
- Bronpublicatie:
18-11-2011, PbEU 2011, L 302 (uitgifte: 19-11-2011, regelingnummer: 1189/2011)
- Inwerkingtreding
09-12-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-11-2011, PbEU 2011, L 302 (uitgifte: 19-11-2011, regelingnummer: 1189/2011)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Administratieve bijstand en invordering
Invordering (V)
Europees belastingrecht (V)
1.
Elke eis tot betwisting van de schuldvordering of van de desbetreffende executoriale titel die wordt ingesteld in de lidstaat van de verzoekende autoriteit, wordt door de verzoekende autoriteit aan de aangezochte autoriteit meegedeeld zodra de verzoekende autoriteit van deze eis kennis heeft gekregen.
2.
Voor zover de geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en administratieve praktijk in de aangezochte lidstaat de overeenkomstig artikel 14, lid 4, tweede en derde alinea, van Richtlijn 2010/24/EU gevraagde conservatoire maatregelen of invordering niet toestaan, stelt de aangezochte autoriteit de verzoekende autoriteit daarvan zo spoedig mogelijk maar uiterlijk één maand na de ontvangst van de in lid 1 bedoelde mededeling in kennis.
3.
Elke in de aangezochte lidstaat ingestelde eis tot terugbetaling van ingevorderde bedragen of tot vergoeding in verband met de invordering van betwiste schuldvorderingen overeenkomstig artikel 14, lid 4, derde alinea, van Richtlijn 2010/24/EU wordt door de aangezochte autoriteit aan de verzoekende autoriteit meegedeeld zodra de aangezochte autoriteit van deze eis kennis heeft gekregen.
De verzoekende autoriteit wordt door de aangezochte autoriteit zoveel mogelijk betrokken bij de procedures tot vaststelling van het terug te betalen bedrag en de verschuldigde vergoeding. Op een met redenen omkleed verzoek van de aangezochte autoriteit maakt de verzoekende autoriteit de terugbetaalde bedragen en de betaalde vergoedingen binnen twee maanden na ontvangst van dit verzoek over.