Einde inhoudsopgave
Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
Artikel 2.1 Verruiming grondslag lagere regelgeving
Geldend
Geldend vanaf 29-12-2005
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding van deze wijziging is gelijkgesteld met de inwerkingtreding van dit artikel (10-11-2005, Stb. 573). Inwerkingtreding voorheen: 28-12-2005. Vastgesteld bij het KB van 22-12-2005, Stb. 711.
- Bronpublicatie:
22-12-2005, Stb. 2005, 710 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken: 30318)
10-11-2005, Stb. 2005, 573 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken: 30118)
- Inwerkingtreding
29-12-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2005, Stb. 2005, 619 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
02-12-2005, Stb. 2005, 619 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid werkloosheid / Bijzondere onderwerpen
1.
De volgende algemene maatregelen van bestuur berusten met ingang van de dag van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen mede op de bij die maatregelen genoemde artikelen van die wet:
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
het besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken van 22 december 1972, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 65, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (Stb. 772): artikel 73, derde lid;
- f.
- g.
- h.
- i.
- j.
2.
De volgende ministeriële regelingen berusten met ingang van de dag van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen mede op de bij die regelingen genoemde artikelen van die wet:
- a.
de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 december 1997, nr. SV/WV/97/5281, houdende het aanwijzen van regelingen als bedoeld in artikel 7, onderdeel d, alsmede van gevallen als bedoeld in artikel 7a, onderdeel b, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (Stcrt. 249): de artikelen 9 en 11, derde lid;
- b.
de Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 27 maart 2003, nr. SV/V&V/03/18714, houdende bekendmaking van de landen waarin op grond van een verdrag of besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op een socialeverzekeringsuitkering kan bestaan (Stcrt. 64): artikel 45, tweede lid;
- c.
- d.
- e.
de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 juni 1985, nr. 85/335, houdende regels met betrekking tot de betaalbaarstelling van uitkeringen op grond van de socialeverzekeringswetten door andere organen dan de SVB en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Stcrt. 123): artikel 67, zesde lid;
- f.
de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 december 1986, nr. SZ/SVW/86/10693, houdende aanwijzing werkgever en uitzondering verzekeringsplicht Ziektewet, Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Werkloosheidswet (Stcrt. 251): artikel 11, derde lid;
- g.
de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken van 16 september 1976, nr. 54344, houdende afwijkende regels omtrent de uitbetaling van de vakantie-uitkering: artikel 68, vierde lid;
- h.
- i.
- j.
- k.
- l.
de regeling van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 20 maart 1968, nr. 50645, houdende regels omtrent uitbreiding van de kring verzekering Ziektewet en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (Stcrt. 61): artikel 9.