Einde inhoudsopgave
Comptabiliteitswet 2016
Artikel 7.34 Bevoegdheden onderzoek naar publieke middelen buiten het Rijk en openbare lichamen en gemeenschappelijke organen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
28-09-2022, Stb. 2022, 430 (uitgifte: 04-11-2022, kamerstukken: 35298)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-11-2022, Stb. 2022, 482 (uitgifte: 01-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Rijksfinanciën
Staatsrecht / Algemeen
1.
De Algemene Rekenkamer maakt bij het onderzoek, bedoeld in artikel 7.24, onder a tot en met d, zoveel mogelijk gebruik van door anderen verrichte controles.
2.
De Algemene Rekenkamer kan aan de hand van de bescheiden die aanwezig zijn bij Onze Minister die het aangaat of de instelling, bedoeld in het achtste lid, kennis nemen van de informatie over de rechtspersonen, commanditaire vennootschappen, vennootschappen onder firma, natuurlijke personen, openbare lichamen en gemeenschappelijke organen, bedoeld in artikel 7.24, onderdeel a tot en met d.
3.
Indien de informatie, aanwezig bij Onze Minister die het aangaat of de instelling, bedoeld in het achtste lid, naar het oordeel van de Algemene Rekenkamer daartoe aanleiding geeft, is de Algemene Rekenkamer bevoegd bij de rechtspersonen, commanditaire vennootschappen, vennootschappen onder firma, natuurlijke personen, openbare lichamen en gemeenschappelijke organen, bedoeld in artikel 7.24, onderdeel a tot en met d, nadere inlichtingen in te winnen of overlegging van stukken te vorderen.
4.
De Algemene Rekenkamer kan aan de hand van de administratie een onderzoek instellen bij de rechtspersonen, commanditaire vennootschappen, vennootschappen onder firma, natuurlijke personen, openbare lichamen en gemeenschappelijke organen, bedoeld in artikel 7.24, onderdeel a tot en met d. De artikelen 7.18, eerste lid, en 7.19 zijn van overeenkomstige toepassing.
5.
De Algemene Rekenkamer is bevoegd inzage te vorderen in de controleprogramma’s en dossiers van de accountant die de documenten, bedoeld in artikel 6.3, eerste lid, onderdeel a en b, heeft gecontroleerd. De accountant kan inzage in de controledossiers niet weigeren met een beroep op een bij of krachtens de wet opgelegde verplichting tot geheimhouding van vertrouwelijke gegevens die in de controledossiers zijn opgenomen. Artikel 6.5 is van overeenkomstige toepassing.
6.
Indien de Algemene Rekenkamer gebruik maakt van de bevoegdheden, bedoeld in het derde tot en met het vijfde lid, zijn de artikelen 5:12, 5:13, 5:15 en 5:17, tweede en derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.
7.
De Algemene Rekenkamer kan haar bevoegdheden, bedoeld in dit artikel, uitoefenen zolang als en over de jaren dat het algemeen belang dit vordert.
8.
Een instelling die bij of krachtens de wet is belast met het houden van toezicht op rechtspersonen met een wettelijke taak licht de Algemene Rekenkamer op door haar aan te geven wijze in over de resultaten van het toezicht. Indien de Algemene Rekenkamer daarom verzoekt, stelt de instelling haar controleprogramma’s ter beschikking.
9.
De Algemene Rekenkamer licht Onze Minister die het aangaat in over het onderzoek dat zij op basis van dit artikel verricht.
10.
Dit artikel is niet van toepassing op provincies, gemeenten, waterschappen, de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, openbare lichamen voor beroep en bedrijf, financiële ondernemingen en elektronischgeldinstellingen, bedoeld in de Wet op het financieel toezicht en de Wet financiële markten BES, en openbare lichamen en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen met uitzondering van de openbare lichamen en gemeenschappelijke organen waaraan vanwege het Rijk wordt deelgenomen.