Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 7
Artikel 364 [Medepacht]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2007
- Bronpublicatie:
26-04-2007, Stb. 2007, 163 (uitgifte: 24-05-2007, kamerstukken: 30448)
- Inwerkingtreding
01-09-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-05-2007, Stb. 2007, 165 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht / Pachtrecht
Vastgoedrecht / Pacht
Pachtrecht / Pachtovereenkomst
1.
De pachter kan zich tot de rechter wenden met de vordering zijn echtgenoot of geregistreerde partner, één of meer zijner bloed- en aanverwanten in de rechte lijn of één of meer van zijn pleegkinderen — of twee of meer van deze gezamenlijk — aan te merken als medepachter.
2.
Het bepaalde in artikel 363 leden 3 tot en met 8 is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat in plaats van ‘voorgestelde pachter’ telkens wordt gelezen: ‘voorgestelde medepachter’.