Einde inhoudsopgave
Besluit eigenwoningrente; betaalpauze voor rente en aflossing eigenwoningschuld (september 2021)
3.2 Goedkeuring eerder nieuw aflosschema overeenkomen en alleen voor aflossingsachterstand
Geldend
Geldend vanaf 30-09-2021
- Bronpublicatie:
23-09-2021, Stcrt. 2021, 42306 (uitgifte: 29-09-2021, regelingnummer: 2021-20581)
- Inwerkingtreding
30-09-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2021, Stcrt. 2021, 42306 (uitgifte: 29-09-2021, regelingnummer: 2021-20581)
- Vakgebied(en)
Corona (V)
Inkomstenbelasting / Eigen woning
Goedkeuring
Ik keur onder de volgende voorwaarden goed dat in verband met de aflossingsachterstand die ontstaat als gevolg van de betaalpauze ook eerder dan per 1 januari van het tweede kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin de aflossingsachterstand is ontstaan met de geldverstrekker een nieuw aflosschema overeen mag worden gekomen dat alleen betrekking heeft op het deel van de schuld ter grootte van die aflossingsachterstand voor maximaal de resterende looptijd van de oorspronkelijke schuld. Dit heeft tot gevolg dat de oorspronkelijke schuld wordt gesplitst in een deel waarvoor het oorspronkelijke bestaande aflosschema wordt voortgezet (hierna: oude deel) en een deel, ter grootte van de tijdens de betaalpauze ontstane aflossingsachterstand, waarvoor een nieuw aflosschema wordt overeengekomen (hierna: nieuwe deel). In het nieuwe aflosschema wordt de ontstane aflossingsachterstand afgelost in maximaal de resterende looptijd van de oorspronkelijke schuld. Zowel het oude deel als het nieuwe deel blijven in dat geval behoren tot de eigenwoningschuld mits aan de overige voorwaarden is voldaan.
Voorwaarden
Voor deze goedkeuring gelden de volgende vier voorwaarden:
- a.
Als extra toetsmoment geldt in dit geval de dag waarop de betaalpauze afloopt. Het toetsmoment, bedoeld in artikel 3.119c, zevende lid, onderdeel c Wet IB 2001, blijft gedurende de betaalpauze buiten toepassing;
- b.
Het nieuwe deel bedraagt maximaal de door de betaalpauze ontstane aflossingsachterstand;
- c.
Het nieuwe deel heeft maximaal dezelfde resterende looptijd als het oude deel; en
- d.
Het nieuwe aflosschema voor het nieuwe deel moet zo snel mogelijk na afloop van de betaalpauze worden overeengekomen en ingaan (rekening houdend met administratieve mogelijkheden), met dien verstande dat het nieuwe aflosschema uiterlijk ingaat op 1 januari van het tweede kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin de aflossingsachterstand is ontstaan.
Om voor het nieuwe deel te bepalen of de schuld op de toetsmomenten (artikel 3.119c, zevende lid, Wet IB 2001) volgend op het moment van ingaan van het nieuwe aflosschema niet meer bedraagt dan de uitkomst van de formule in artikel 3.119c, eerste lid, Wet IB 2001, wordt voor de toepassing van die formule verstaan onder:
B0: de omvang van de schuld ter grootte van de aflossingsachterstand door de betaalpauze op de dag voorafgaand aan de ingangsdatum van het nieuwe aflosschema voor het nieuwe deel.
im: de nieuwe maandelijkse rentevoet (indien van toepassing).
x: het aantal verstreken gehele kalendermaanden van de looptijd vanaf de dag voorafgaand aan de ingangsdatum van het nieuwe aflosschema voor het nieuwe deel.
n: de overeengekomen looptijd van de schuld voor het nieuwe deel in gehele kalendermaanden op de dag voorafgaand aan de ingangsdatum van het nieuwe aflosschema voor het nieuwe deel, met dien verstande dat deze looptijd maximaal bedraagt de nog resterende oorspronkelijke looptijd van de schuld voor het oude deel.
Voorbeeld
Een belastingplichtige heeft een eigenwoningschuld, die hij gedurende de looptijd ten minste annuïtair en in ten hoogste 360 maanden volledig aflost. Door de uitbraak van het coronavirus komt hij in betalingsproblemen en meldt hij zich bij zijn bank. Hij komt met zijn bank een betaalpauze van zes maanden overeen ingaande op 1 juli 2021. Het resterende bedrag van zijn lening is op het moment waarop de betaalpauze afloopt (het toetsmoment, in dit geval 31 december 2021) € 117.000. Het resterende bedrag mag echter op basis van de fiscale aflossingseis op dat moment niet hoger zijn dan € 114.000, waardoor de belastingplichtige een aflossingsachterstand heeft van € 3.000. Door de goedkeuring mag direct na afloop van de betaalpauze per 1 januari 2022 de resterende schuld van € 117.000 worden gesplitst in het oude deel van € 114.000, waarvoor het oorspronkelijke aflosschema wordt voortgezet en in een nieuw deel van € 3.000 (aflossingsachterstand), waarvoor een nieuw aflosschema wordt overeengekomen met maximaal dezelfde resterende looptijd. Beide schulden blijven behoren tot de eigenwoningschuld en de aflossingsachterstand moet worden ingehaald binnen maximaal de resterende looptijd – sneller mag ook – in plaats van al op uiterlijk 31 december 2022.