Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie
Artikel 191 Raadplegingsprocedure tussen de douaneautoriteiten voorafgaand aan het verlenen van een vergunning voor opslagruimten voor tijdelijke opslag
Geldend
Geldend vanaf 18-01-2016
- Bronpublicatie:
24-11-2015, PbEU 2015, L 343 (uitgifte: 29-12-2015, regelingnummer: 2015/2447)
- Inwerkingtreding
18-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2015, PbEU 2015, L 343 (uitgifte: 29-12-2015, regelingnummer: 2015/2447)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(Artikel 22 van het wetboek)
1.
De raadplegingsprocedure zoals bedoeld in artikel 14 van deze verordening wordt gevolgd in overeenstemming met de leden 2 en 3 van dit artikel voordat een besluit wordt genomen om een vergunning te verlenen voor het beheer van opslagruimten voor tijdelijke opslag waarbij meer dan één lidstaat is betrokken, tenzij de beschikkingsbevoegde douaneautoriteit van mening is dat niet aan de voorwaarden voor het verlenen van een dergelijke vergunning is voldaan.
Vóór de afgifte van de vergunning dient de beschikkingsbevoegde douaneautoriteit toestemming te verkrijgen van de geraadpleegde douaneautoriteiten.
2.
De beschikkingsbevoegde douaneautoriteit zendt de aanvraag en de ontwerpvergunning uiterlijk 30 dagen na de datum van aanvaarding van de aanvraag aan de geraadpleegde douaneautoriteiten.
3.
De geraadpleegde douaneautoriteiten delen binnen 30 dagen na de datum waarop zij in kennis zijn gesteld van de ontwerpvergunning hun bezwaren of goedkeuring mee. De bezwaren moeten naar behoren worden gemotiveerd.
Wanneer de bezwaren binnen deze termijn kenbaar worden gemaakt en er binnen 60 dagen na de datum waarop de ontwerpvergunning was meegedeeld, geen overeenstemming wordt bereikt tussen de geraadpleegde en raadplegende autoriteiten, wordt de vergunning alleen verleend voor het deel van de aanvraag waarop de bezwaren geen betrekking hadden.
Indien de geraadpleegde douaneautoriteiten geen bezwaren uiten binnen de termijn, worden zij geacht hun instemming te hebben gegeven.