Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde verordening (EU) 2015/35 tot aanvulling van Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 261 bis Risicobeheer voor kwalificerende infrastructuurbeleggingen of kwalificerende infrastructuurondernemingsbeleggingen
Geldend
Geldend vanaf 15-09-2017
- Bronpublicatie:
08-06-2017, PbEU 2017, L 236 (uitgifte: 14-09-2017, regelingnummer: 2017/1542)
- Inwerkingtreding
15-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-06-2017, PbEU 2017, L 236 (uitgifte: 14-09-2017, regelingnummer: 2017/1542)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
Verzekerings- en herverzekeringsondernemingen leggen adequate zorgvuldigheid aan de dag voordat zij een kwalificerende infrastructuurbelegging of een kwalificerende infrastructuurondernemingsbelegging doen, met inbegrip van al het volgende:
- a)
een gedocumenteerde beoordeling van de manier waarop de infrastructuurentiteit aan de in artikel 164 bis of artikel 164 ter vastgestelde criteria voldoet, die aan een valideringsproces is onderworpen, uitgevoerd door personen die niet onder invloed staan van de personen die verantwoordelijk zijn voor de beoordeling van de criteria en geen mogelijke belangenconflicten met die personen hebben;
- b)
een bevestiging dat alle financiële modellen voor de kasstromen van de infrastructuurentiteit zijn onderworpen aan een valideringsproces, uitgevoerd door personen die niet onder invloed staan van de personen die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van het financiële model en geen mogelijke belangenconflicten met die personen hebben.
2.
Verzekerings- en herverzekeringsondernemingen die een kwalificerende infrastructuurbelegging of een kwalificerende infrastructuurondernemingsbelegging aanhouden, monitoren regelmatig de kasstromen en de waarde van het onderpand die de infrastructuurentiteit ondersteunen, en voeren daarop stresstests uit. Alle stresstests staan in verhouding tot de aard, omvang en complexiteit van de aan het infrastructuurproject verbonden risico's.
3.
Bij de stresstesting worden de risico's uit hoofde van niet-infrastructuuractiviteiten in aanmerking genomen, maar met de inkomsten die door dergelijke activiteiten gegenereerd worden, wordt geen rekening gehouden bij het bepalen of de infrastructuurentiteit in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen.
4.
Wanneer verzekerings- of herverzekeringsondernemingen materiële kwalificerende infrastructuurbeleggingen of kwalificerende infrastructuurondernemingsbeleggingen aanhouden, nemen zij bij het vaststellen van de in artikel 41, lid 3, van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde schriftelijke procedures bepalingen op voor een actieve monitoring van die beleggingen tijdens de bouwfase, en voor een maximalisering van het gedekte bedrag uit hoofde van die beleggingen in geval van een herschikkingsscenario.
5.
Verzekerings- of herverzekeringsondermingen die een kwalificerende infrastructuurbelegging of een kwalificerende infrastructuurondernemingsbelegging in obligaties of leningen aanhouden, richten hun activa-passivabeheer zodanig in dat zij de belegging voortdurend tot het einde van de looptijd kunnen aanhouden.