Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie
Bijlage B-02 Begeleidingsdocument douanevervoer
Geldend
Geldend vanaf 03-03-2024
- Bronpublicatie:
30-11-2023, PbEU L 2024, 2024/249 (uitgifte: 12-02-2024, regelingnummer: 2024/249)
- Inwerkingtreding
03-03-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2023, PbEU L 2024, 2024/249 (uitgifte: 12-02-2024, regelingnummer: 2024/249)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
Hoofdstuk I. Model van het begeleidingsdocument voor douanevervoer
Hoofdstuk II. Toelichting en nadere gegevens voor het begeleidingsdocument douanevervoer (TAD)
De in dit hoofdstuk gebruikte afkorting ‘BCP’ (‘bedrijfscontinuïteitsplan’) verwijst naar situaties waarin de noodprocedure van toepassing is die is omschreven in Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van het wetboek is vastgesteld, en die nader is toegelicht in bijlage 72-04 bij die verordening.
Indien het begeleidingsdocument voor douanevervoer wordt afgedrukt, mag daarvoor gewoon papier worden gebruikt.
Het begeleidingsdocument voor douanevervoer wordt geproduceerd op basis van de gegevens die zijn vermeld op de aangifte voor douanevervoer, eventueel gewijzigd door de houder van de regeling douanevervoer en/of geverifieerd door het douanekantoor van vertrek.
- 1.Vak MRN
Het MRN moet op de eerste bladzijde en op alle lijsten van artikelen worden ingevoerd, behalve wanneer deze formulieren in het kader van het BCP worden gebruikt, in welk geval geen MRN wordt toegekend.
Het MRN wordt ook in de vorm van een streepjescode geproduceerd, waarbij de standaard ‘code 128’, tekenset ‘B’ wordt gebruikt.
- 2.Vak Formulieren:
- —
eerste deelvak: volgnummer van het geproduceerde blad,
- —
tweede onderverdeling: totaal aantal geproduceerde bladen (inclusief lijst van artikelen).
- 3.Vak Veiligheid [11 07]
Wanneer dit document geen veiligheidsinformatie bevat, blijft dit vak leeg.
- 4.Vak Totaal goederen:
De som van alle goederen in één aangifte.
- 5.Vak Totaal aantal colli:
De som van alle colli in één aangifte.
- 6.Vak BCP — Exemplaar voor terugzending naar kantoor:
Naam, adres en identificatienummer van het douanekantoor waarnaar het terugzendingsexemplaar van het begeleidingsdocument voor douanevervoer moet worden teruggestuurd wanneer het BCP wordt gebruikt.
- 7.Vak Zekerheid niet geldig in:
Indien het BCP wordt gebruikt, worden de landencodes vermeld waar de verstrekte zekerheid niet kan worden gebruikt.
- 8.Voorvallen tijdens het vervoer (BCP)
Dit deel moet worden gebruikt wanneer een BCP wordt gebruikt en er zich tijdens een vervoer incidenten hebben voorgedaan.
Het is mogelijk dat tussen het tijdstip waarop de goederen het kantoor van vertrek verlaten en het tijdstip waarop ze bij het kantoor van bestemming aankomen, bepaalde vermeldingen moeten worden aangebracht op het begeleidingsdocument voor douanevervoer dat de goederen vergezelt. Deze gegevens hebben betrekking op het vervoer en moeten naarmate het vervoer wordt afgewikkeld, door de vervoerder die verantwoordelijk is voor het vervoermiddel waarop of waarin de goederen zijn geladen, op dit document worden vermeld. Ze mogen op leesbare wijze met de hand worden aangebracht, in inkt en in blokletters.
Vervoerders worden eraan herinnerd dat goederen alleen kunnen worden overgeladen met een vergunning van de douaneautoriteiten van het land op het grondgebied waarvan de overlading plaatsvindt, onverminderd de uitzonderingen waarin is voorzien bij/die zijn bepaald in artikel 305 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447.
Wanneer goederen in zogenoemde intermodale vervoerseenheden worden vervoerd, zoals, maar niet beperkt tot, containers, wissellaadbakken en opleggers, kan de houder van de regeling douanevervoer deze informatie achterwege laten wanneer het logistieke patroon op de plaats van vertrek het verstrekken van de identiteit en de nationaliteit van het vervoermiddel verhindert op het moment dat de goederen voor douanevervoer worden vrijgegeven. De intermodale vervoerseenheden zijn voorzien van unieke identificatienummers, deze nummers zijn vermeld in G.E. 19 07 063 000 (Identificatienummer container) en zonder dat de goederen bij de verandering van vervoerswijze zelf worden verplaatst.
Indien de douaneautoriteiten van oordeel zijn dat het betrokken Uniedouanevervoer, eventueel na het nemen van de nodige maatregelen, op normale wijze kan worden voortgezet, viseren zij het begeleidingsdocument voor douanevervoer.
De betrokken vakken en activiteiten zijn:
- —
vak Douanekantoor van de registratie van incidenten:
referentienummer van het douanekantoor waar het voorval is geregistreerd;
- —
vak Incidentencode:
vermeld de aard van het voorval zoals bedoeld in artikel 305, lid 1 en lid 8 van de UV/DWU.
- 9.Vak Douanekantoor van vertrek [17 03]
Naam en vergunningnummer van de toegelaten afzender (indien van toepassing) worden in dit vak verstrekt.
Het begeleidingsdocument voor douanevervoer mag niet worden gewijzigd en aanvullingen of weglatingen mogen niet worden aangebracht tenzij in deze verordening anders is bepaald.