Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 514/2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing
Artikel 18 Subsidiabele uitgaven
Geldend
Geldend vanaf 21-05-2014
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 150 (uitgifte: 20-05-2014, regelingnummer: 514/2014)
- Inwerkingtreding
21-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 150 (uitgifte: 20-05-2014, regelingnummer: 514/2014)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Financiering
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
Subsidiabele uitgaven kunnen als volgt worden vergoed:
- a)
vergoeding van werkelijk gemaakte en betaalde subsidiabele kosten, in voorkomend geval gecombineerd met afschrijvingskosten;
- b)
standaardschalen van eenheidskosten;
- c)
vast bedrag;
- d)
forfaitaire financiering, bepaald door een percentage toe te passen op een of meer gedefinieerde categorieën kosten.
2.
De in lid 1 bedoelde subsidievormen mogen worden gecombineerd als elke vorm verschillende categorieën kosten dekt of als zij gebruikt worden voor verschillende projecten die deel uitmaken van een actie of voor opeenvolgende fasen van een actie.
3.
Als de uitvoering van een project uitsluitend de openbare aanbesteding van werken, goederen of diensten behelst, is alleen lid 1, onder a), van toepassing. Wanneer de openbare aanbesteding binnen een project zich beperkt tot bepaalde categorieën kosten, kunnen alle in lid 1 vermelde vormen worden toegepast.
4.
De in lid 1, onder b), c) en d), bedoelde bedragen worden vastgesteld op één van de hierna genoemde manieren:
- a)
een eerlijke, billijke en controleerbare berekeningsmethode op basis van:
- i)
statistische gegevens of andere objectieve informatie;
- ii)
de gecontroleerde historische gegevens van individuele begunstigden, of
- iii)
de toepassing van de gebruikelijke kostenberekeningsmethoden van individuele begunstigden;
- b)
conform de voorschriften voor de toepassing van overeenkomstige schalen van eenheidskosten, forfaitaire bedragen en vaste percentages die van toepassing zijn voor beleidsmaatregelen van de Unie voor een soortgelijke type project en begunstigde;
- c)
conform de voorschriften voor de toepassing van overeenkomstige schalen van eenheidskosten, forfaitaire bedragen en vaste percentages die worden toegepast op grond van regelingen voor volledig door de betrokken lidstaat gefinancierde subsidies voor een soortgelijk type project en begunstigde.
5.
In het document waarin de voorwaarden voor de steun voor elk project worden vastgesteld, worden de methode voor de vaststelling van de kosten van het project en de voorwaarden voor betaling van de subsidie beschreven.
6.
Wanneer bij de uitvoering van een project indirecte kosten ontstaan, mogen deze op een van de volgende manieren als vast percentage worden berekend:
- a)
een vast percentage van maximaal 25 % van de subsidiabele directe kosten, mits het percentage wordt berekend volgens een eerlijke, billijke en controleerbare methode of volgens een methode die wordt toegepast op grond van regelingen voor volledig door de betrokken lidstaat gefinancierde subsidies voor een soortgelijk type project en begunstigde;
- b)
een vast percentage van maximaal 15 % van de subsidiabele directe personeelskosten zonder dat de betrokken lidstaat moet berekenen welk percentage van toepassing is;
- c)
een vast percentage dat wordt toegepast op de subsidiabele directe kosten op basis van bestaande methoden en overeenkomstige percentages, die van toepassing zijn voor beleidsmaatregelen van de Unie voor een soortgelijk type project en begunstigde.
7.
Om de personeelskosten die gepaard gaan met de uitvoering van een concrete actie te bepalen, mag het uurloon worden berekend door het meest recente bruto jaarcijfer voor de arbeidskosten te delen door 1 720 uren.
8.
Naast de in lid 4 vastgelegde methoden kunnen de in lid 1, onder b), c) en d), bedoelde bedragen, wanneer de bijdrage uit de Uniebegroting niet hoger is dan 100 000 EUR, per geval worden bepaald op grond van een van tevoren door de verantwoordelijke instantie overeengekomen ontwerpbegroting.
9.
Afschrijvingskosten kunnen als subsidiabel worden beschouwd indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a)
de subsidiabiliteitsvoorschriften van het programma staan dit toe;
- b)
het bedrag van de uitgaven wordt voldoende gestaafd met ondersteunende documenten met dezelfde bewijskracht als facturen voor subsidiabele kosten wanneer het in de in lid 1, onder a), bedoelde vorm wordt vergoed;
- c)
de kosten hebben uitsluitend betrekking op de steunperiode voor het project;
- d)
er is geen steun uit de Uniebegroting verleend voor de aankoop van de afgeschreven activa.
10.
Onverminderd artikel 43, voor de toepassing van lid 8 van dit artikel, mogen lidstaten die niet de euro als munteenheid hebben gebruikmaken van de omrekeningskoers van de euro die op de datum waarop het project wordt goedgekeurd of de projectovereenkomst wordt ondertekend, is vastgesteld op basis van de maandelijkse boekhoudkundige wisselkoers die elektronisch door de Commissie wordt gepubliceerd. De omrekeningskoers van de euro mag niet worden veranderd in de loop van het project.