Besluit heffing van omzetbelasting met betrekking tot houdstermaatschappijen en het houden van aandelen in het algemeen
8
Geldend
Geldend vanaf 18-02-1991
- Redactionele toelichting
De datum van publicatie is de datum van afkondiging.
- Bronpublicatie:
18-02-1991, Infobulletin 1991, 000 (uitgifte: 18-02-1991, regelingnummer: VB91/347)
- Inwerkingtreding
18-02-1991
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-02-1991, Infobulletin 1991, 000 (uitgifte: 18-02-1991, regelingnummer: VB91/347)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Doet zich deze situatie inderdaad voor, dan acht ik een andere BTW-technische behandeling gerechtvaardigd. Zo strookt het met een redelijke uitleg van artikel 7, lid 4, van de Wet om een houdstermaatschappij die op die wijze en om die reden aandelen houdt — zij het dat ook hier een zelfstandige belastingplicht ontbreekt — desgevraagd op te nemen in de, in Nederland gevestigde, fiscale eenheid. Vanwege de nauwe samenhang die de handelingen van deze houdstermaatschappij vertonen met de ondernemersactiviteiten van de werkstermaatschappijen kan in zo'n geval immers van een nauwe economische verwevenheid met de werkmaatschappijen worden gesproken. Voor wat betreft het aftrekrecht betekent dit dat de fiscale eenheid, zijnde de voor de heffing van omzetbelasting relevante ondernemer, de op de houdstermaatschappij drukkende omzetbelasting in aftrek kan brengen, indien en voor zover de fiscale eenheid met omzetbelasting belaste prestaties verricht.
Het verzoek tot opneming in de fiscale eenheid dient schriftelijk te worden gericht tot de ter zake bevoegde Inspecteur. Deze geeft daarop een beschikking overeenkomstig het gestelde in artikel 7, lid 4, van de Wet. Voor wat betreft houdstermaatschappijen die reeds vóór het verschijnen van deze aanschrijving optraden, ontmoet het geen bezwaar dat de beschikking desgevraagd een eerdere ingangsdatum vermeldt, daarbij uiterlijk teruggaand tot 1 januari 1989. Op het verleden wordt overigens niet teruggekomen.
Het op verzoek zijn opgenomen in de fiscale eenheid heeft mede tot gevolg dat het bepaalde in artikel 43 van de Invorderingswet 1990 (tot 1 juni 1990: artikel 41i van de Wet) met betrekking tot de aansprakelijkheid van de onderdelen van de fiscale eenheid ook toepassing vindt ten aanzien van de aldus tot de fiscale eenheid behorende houdstermaatschappij.