Einde inhoudsopgave
Besluit Wfsv
Artikel 2.11 Opslag of korting WGA-lasten
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
07-07-2021, Stb. 2021, 340 (uitgifte: 14-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-08-2021, Stb. 2021, 411 (uitgifte: 01-09-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid algemeen (V)
1.
De opslag of korting WGA-lasten is gelijk aan het individuele werkgeversrisicopercentage, bedoeld in het tweede lid, verminderd met het gemiddelde werkgeversrisicopercentage, bedoeld in het derde lid, gerelateerd aan deze lasten.
2.
Het individuele werkgeversrisicopercentage wordt verkregen door de uitkeringen van de aan de werkgever toe te rekenen WGA-totaallasten die in het tweede kalenderjaar vóór het kalenderjaar waarvoor de premie wordt vastgesteld zijn betaald te vermenigvuldigen met honderd en de uitkomst van deze berekening te delen door het ten laste van die werkgever komende gemiddelde premieplichtige loon per jaar, berekend over het tijdvak van vijf kalenderjaren, eindigend één jaar voor aanvang van het kalenderjaar waarvoor de premie wordt vastgesteld.
3.
Het gemiddelde werkgeversrisicopercentage wordt verkregen door het totaalbedrag aan uitkeringen van de aan middelgrote en grote werkgevers toe te rekenen WGA-lasten, die in het tweede kalenderjaar vóór het kalenderjaar waarvoor de premie wordt vastgesteld zijn betaald, te vermenigvuldigen met honderd en de uitkomst van deze berekening te delen door het totale gemiddelde premieplichtige loon van die werkgevers, berekend over het tijdvak van vijf kalenderjaren, eindigend in het tweede kalenderjaar voor het kalenderjaar waarvoor de premie wordt vastgesteld.
4.
Voor de berekening, bedoeld in het derde lid, wordt per middelgrote werkgever de toe te rekenen lasten en het totale premieplichtige loon vermenigvuldigd met de uitkomst van:
(loonsomwgr – loonsomlaag) / (loonsomhoog – loonsomlaag)
waarbij:
- –
loonsomwgr staat voor: het totaal van het premieplichtige loon van de middelgrote werkgever in het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het jaar waar de premie betrekking op heeft;
- –
loonsomlaag staat voor: 25 maal het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer;
- –
loonsomhoog staat voor: 100 maal het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer.
5.
Indien een WGA-uitkering wordt toegekend direct aansluitend op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt de duur van die uitkering in mindering gebracht op de periode dat de WGA-uitkering wordt toegerekend als bedoeld in het tweede lid.
6.
De WGA-uitkeringen, bedoeld in dit artikel, betreffen de WGA-uitkeringen die zijn toegekend:
- a.
aan de werknemers die op de eerste dag van de ongeschiktheid tot het verrichten van hun arbeid als bedoeld in artikel 19 van de Ziektewet tot de werkgever in dienstbetrekking stonden dan wel arbeidsongeschikt zijn geworden nadat de dienstbetrekking met de werkgever is beëindigd en artikel 46 van de Ziektewet van toepassing is en ter zake van die ongeschiktheid de wachttijd, bedoeld in artikel 23 van Wet WIA, hebben doorgemaakt;
- b.
aan de werknemer, bedoeld in onderdeel a, van wie het recht op een WGA-uitkering op grond van artikel 55 van de Wet WIA later dan op de eerste dag na afloop van de wachttijd of indien op die dag de uitsluitingsgrond, bedoeld in artikel 43, onderdeel b, van die wet van toepassing is, op de dag dat zich die uitsluitingsgrond niet meer voordoet, is ontstaan;
- c.
aan de werknemer, bedoeld in onderdeel a, van wie het recht op een WGA-uitkering op grond van artikel 57 van de Wet WIA is herleefd.
7.
Indien de werknemer bij het intreden van de gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid, bedoeld in artikel 5 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, bij meer dan één werkgever in dienstbetrekking stond, wordt voor de toepassing van het tweede lid de WGA-uitkering naar rato van de loonsom toegerekend aan die werkgevers. De WGA-uitkering wordt niet toegerekend aan de werkgever bij wie de werknemer met behoud van hetzelfde loon arbeid is blijven verrichten.
8.
De op grond van dit artikel berekende opslagen of kortingen worden vermenigvuldigd met een breuk, waarvan de teller wordt gevormd door driekwart van het gemiddelde percentage, bedoeld in artikel 2.8, eerste lid, en de noemer door het gemiddelde werkgeversrisicopercentage, bedoeld in het derde lid. Indien de berekening op grond van de vorige zin leidt tot een uitkomst groter dan twee wordt deze breuk vastgesteld op twee.