Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
10 Na verblijf als slachtoffer van mensenhandel die hiervan geen aangifte kan of wil doen
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2024
- Bronpublicatie:
18-09-2024, Stcrt. 2024, 30836 (uitgifte: 30-09-2024, regelingnummer: WBV 2024/20)
- Inwerkingtreding
01-10-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-09-2024, Stcrt. 2024, 30836 (uitgifte: 30-09-2024, regelingnummer: WBV 2024/20)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
De IND verleent een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd onder de beperking ‘niet-tijdelijke humanitaire gronden’ op grond van artikel 3.51, vierde lid, Vb jo artikel 3.24aa, tweede lid, aanhef en onder d, VV, als:
- •
het slachtoffer aantoont dat de dreiging op grond waarvan de verblijfsvergunning is verleend voortduurt, waardoor het slachtoffer geen medewerking kan verlenen aan het strafproces; of
- •
uit recente medische informatie blijkt dat een fysieke of psychische aandoening het slachtoffer (nog steeds) in de weg staat om medewerking te verlenen aan het strafproces; of
- •
het slachtoffer op het moment van de aanvraag minderjarig is en uit een recente verklaring van de politie of KMar blijkt dat van de vreemdeling (nog steeds) niet verwacht kan worden medewerking te verlenen aan het strafproces in verband met diens minderjarigheid.
De IND verleent een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking ‘niet-tijdelijke humanitaire gronden’ op grond van artikel 3.51, vierde lid, Vb jo artikel 3.24aa, tweede lid, aanhef en onder d, VV, als:
- •
de vreemdeling ten minste één jaar in het bezit is geweest van een verblijfsvergunning als slachtoffer van mensenhandel die hiervan om zwaarwegende redenen geen aangifte kan of wil doen of anderszins geen medewerking kan of wil verlenen aan de strafrechtelijke opsporing en vervolging van de mensenhandelaar; en
- •
geen sprake meer is van een ernstige bedreiging, een fysieke of psychische beperking of minderjarigheid, waardoor het slachtoffer geen medewerking kan verlenen aan het strafproces; en
- •
er sprake is van een combinatie van klemmende redenen van humanitaire aard, die rechtstreeks verband houden met mensenhandel, waardoor van de vreemdeling niet gevergd kan worden dat hij Nederland verlaat.