Einde inhoudsopgave
Tribunaalbesluit
Artikel 33
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met de Aanpassingswet modernisering rechterlijke organisatie (06-12-2001, Stb. 584).
- Bronpublicatie:
10-12-2001, Stb. 2001, 614 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2001, Stb. 2001, 621 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Militair strafrecht en strafprocesrecht
1.
Tijdens het voorbereidend onderzoek staat de secretaris zoowel aan den beschuldigde als aan diens raadsman op hun verzoek toe van de processtukken kennis te nemen.
2.
Niettemin kan het Tribunaal of de commissaris, indien het belang van het onderzoek dit vordert, bepalen, dat den beschuldigde en diens raadsman de kennisneming van bepaalde processtukken, met uitzondering van de stukken, bedoeld in artikel 31 van het Wetboek van Strafvordering, zal worden onthouden. In dit geval wordt den beschuldigde onderscheidenlijk diens raadsman schriftelijk medegedeeld, dat de hem ter inzage gegeven processtukken niet volledig zijn.
3.
Tegen een beschikking van den commissaris, als in het voorgaande lid bedoeld, kan de beschuldigde onderscheidenlijk diens raadsman binnen drie dagen na de daar vermelde mededeeling een bezwaarschrift indienen bij het Tribunaal, dat zoo spoedig mogelijk beslist.
4.
De kennisneming van alle processtukken in het oorspronkelijk of in afschrift mag den beschuldigde en diens raadsman niet worden onthouden, zoodra de beschuldigde ter zitting van het Tribunaal is gedagvaard.
5.
Het bepaalde in het Besluit orde van dienst gerechten ter voldoening aan artikel 11 van de Wet op de rechterlijke organisatie is van overeenkomstige toepassing.