Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 1169/2011 verstrekking voedselinformatie aan consumenten, wijziging Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 en intrekking Richtlijnen 87/250/EEG, 90/496/EEG, 1999/10/EG, 2000/13/EG, 2002/67/EG en 2008/5/EG en Verordening (EG) nr. 608/2004
Artikel 2 Definities
Geldend
Geldend vanaf 31-12-2015
- Bronpublicatie:
25-11-2015, PbEU 2015, L 327 (uitgifte: 11-12-2015, regelingnummer: 2015/2283)
- Inwerkingtreding
31-12-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2015, PbEU 2015, L 327 (uitgifte: 11-12-2015, regelingnummer: 2015/2283)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Informatierecht / Bijzondere onderwerpen
Informatierecht / Reclame
1.
Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:
- a)
- b)
de definities van ‘verwerking’, ‘onverwerkte producten’ en ‘verwerkte producten’ in artikel 2, lid 1), onder m), n) en o), van Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (1);
- c)
de definitie van ‘voedingsenzym’ in artikel 3, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake voedingsenzymen (2);
- d)
de definitie van ‘levensmiddelenadditieven’, ‘technische hulpstoffen’ en ‘draagstoffen’ in artikel 3, lid 2, onder a) en b), en bijlage I, punt 5, van Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (3);
- e)
de definitie van ‘aroma's’ in artikel 3, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma's en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in levensmiddelen (4);
- f)
de definities van ‘vlees’, ‘separatorvlees’, ‘vleesbereidingen’, ‘visserijproducten’ en ‘vleesproducten’ in de punten 1.1, 1.14, 1.15, 3.1 en 7.1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (5);
- g)
de definitie van ‘reclame’ in artikel 2, onder a), van Richtlijn 2006/114/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame (6);
- h)
de definitie van ‘technisch vervaardigd nanomateriaal’ zoals vastgesteld in artikel 3, lid 2, onder f), van Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad (7).
2.
De volgende definities zijn ook van toepassing:
- a)
‘voedselinformatie’: informatie over een levensmiddel, die ter beschikking van de eindverbruiker wordt gesteld door middel van een etiket, ander begeleidend materiaal of andere middelen, waaronder moderne technologie-instrumenten of mondelinge communicatie;
- b)
‘voedselinformatiewetgeving’: de bepalingen van de Unie over voedselinformatie, met name etikettering, waaronder voorschriften van algemene aard die van toepassing zijn op alle levensmiddelen in bijzondere omstandigheden of bepaalde categorieën van levensmiddelen en voorschriften die alleen op specifieke levensmiddelen van toepassing zijn;
- c)
‘verplichte voedselinformatie’: de gegevens die uit hoofde van bepalingen van de Unie aan de eindverbruiker moeten worden verstrekt;
- d)
‘grote cateraars’: bedrijven of instellingen (inclusief voertuigen en vaste of mobiele kramen), zoals restaurants, kantines, scholen, ziekenhuizen en cateringbedrijven waarin in het kader van een bedrijfsactiviteit voedsel wordt bereid dat klaar is voor consumptie door de eindverbruiker;
- e)
‘voorverpakt levensmiddel’: een verkoopeenheid die bestemd is om als zodanig aan de eindverbruiker en aan grote cateraars te worden aangeboden en bestaat uit een levensmiddel en het verpakkingsmateriaal waarin dit, alvorens ten verkoop te worden aangeboden, is verpakt, waarbij dit verpakkingsmateriaal het levensmiddel geheel of ten dele kan bedekken, maar zodanig dat de inhoud niet kan worden veranderd zonder dat het verpakkingsmateriaal wordt geopend of aangetast; levensmiddelen die op de plaats van verkoop op verzoek van de consument of met het oog op de onmiddellijke verkoop worden voorverpakt vallen niet onder ‘voorverpakte levensmiddelen’;
- f)
‘ingrediënt’: elke stof of product, waaronder aroma's, levensmiddelenadditieven en voedingsenzymen, en elk bestanddeel van een samengesteld ingrediënt, die/dat bij de vervaardiging of de bereiding van een levensmiddel wordt gebruikt en nog in het eindproduct aanwezig is, zelfs in een veranderde vorm; residuen worden niet als ingrediënten beschouwd;
- g)
‘plaats van herkomst’: de plaats waarvan een levensmiddel volgens de aanduiding afkomstig is en die niet het ‘land van oorsprong’ is, als bepaald overeenkomstig de artikelen 23 tot en met 26 van Verordening (EEG) nr. 2913/92; de naam, handelsnaam of het adres van de exploitant van het levensmiddelenbedrijf die op het etiket staan, vormen geen aanwijzing van het land van oorsprong en de plaats van herkomst van het levensmiddel in de zin van deze verordening;
- h)
‘samengesteld ingrediënt’: een ingrediënt dat zelf uit meer dan één ingrediënt bestaat;
- i)
‘etiket’: label, merknaam, merkteken of afbeelding of ander beschrijvend materiaal, geschreven, gedrukt, gestencild, als merkteken aangebracht, in reliëf uitgevoerd of ingeperst op of bevestigd aan een levensmiddelenverpakking of -recipiënt;
- j)
‘etikettering’: de vermeldingen, aanwijzingen, fabrieks- of handelsmerken, afbeeldingen of tekens die betrekking hebben op een levensmiddel en voorkomen op een verpakkingsmiddel, document, schriftstuk, etiket, band of label, dat bij dit levensmiddel is gevoegd of daarop betrekking heeft;
- k)
‘gezichtsveld’: alle oppervlakken van een verpakking die uit één gezichtspunt kunnen worden gelezen;
- l)
‘hoofdgezichtsveld’: het gezichtsveld van een verpakking dat de consument bij aankoop hoogstwaarschijnlijk het eerst waarneemt en waarmee hij karakter of aard van een product en, indien van toepassing, de merknaam onmiddellijk kan identificeren. Indien een verpakking verschillende identieke gezichtsvelden heeft, kiest de exploitant van het levensmiddelenbedrijf het hoofdgezichtsveld;
- m)
‘leesbaarheid’ of ‘leesbaar’: de verschijningsvorm van informatie, waarmee de informatie visueel toegankelijk wordt gemaakt voor het publiek, en die onder meer wordt bepaald door de grootte van het schrift, de afstand tussen de letters, de afstand tussen de regels, de lijndikte, de kleur, het lettertype, de verhouding tussen de letterbreedte en -hoogte, het oppervlak van het materiaal en het aanzienlijke contrast tussen het schrift en de achtergrond;
- n)
‘wettelijke benaming’: de benaming van een levensmiddel die wordt voorgeschreven in de bepalingen van de Unie die daarop van toepassing zijn of, bij ontstentenis van dergelijke bepalingen van de Unie, de benaming die is vastgesteld in de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die van toepassing zijn in de lidstaat waar het levensmiddel aan de eindverbruiker of aan grote cateraars wordt verkocht;
- o)
‘gebruikelijke benaming’: een benaming die zonder dat verdere uitleg nodig is, als de benaming van het levensmiddel wordt geaccepteerd door de consumenten in de lidstaat waar het wordt verkocht;
- p)
‘beschrijvende benaming’: een benaming die een beschrijving van het levensmiddel en, zo nodig, van het gebruik daarvan geeft en die duidelijk genoeg is om de consumenten in staat te stellen de echte aard daarvan te kennen en het te onderscheiden van andere producten waarmee het zou kunnen worden verward;
- q)
‘primair(e) ingrediënt(en)’: het ingrediënt van een levensmiddel dat meer dan 50 % van dit levensmiddel uitmaakt of dat gewoonlijk door de consument met de benaming van het levensmiddel wordt geassocieerd en waarvoor in de meeste gevallen een kwantitatieve aanduiding vereist is;
- r)
‘datum van minimale houdbaarheid van een levensmiddel’: de datum tot waarop het levensmiddel zijn specifieke eigenschappen behoudt, mits het op passende wijze wordt bewaard;
- s)
‘nutriënten’: eiwitten, koolhydraten, vetten, voedingsvezels, natrium, vitaminen en mineralen, opgesomd in punt 1 van deel A van bijlage XIII bij deze verordening alsmede stoffen die tot een van deze categorieën behoren of bestanddeel zijn van een tot die categorieën behorende stof;
- t)
vervallen;
- u)
‘techniek voor communicatie op afstand’: ieder middel dat, zonder gelijktijdige fysieke aanwezigheid van leverancier en consument kan worden gebruikt voor de sluiting van de overeenkomst tussen deze partijen.
3.
Voor de toepassing van deze verordening verwijst het land van oorsprong van een levensmiddel naar de oorsprong van een levensmiddel als bepaald overeenkomstig de artikelen 23 tot en met 26 van Verordening (EEG) nr. 2913/92.
4.
De specifieke definities in bijlage I zijn ook van toepassing.
Voetnoten
PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1.
PB L 354 van 31.12.2008, blz. 7.
PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16.
PB L 354 van 31.12.2008, blz. 34.
PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55.
PB L 376 van 27.12.2006, blz. 21.
Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende nieuwe voedingsmiddelen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1852/2001 van de Commissie (PB L 327 van 11.12.2015, blz. 1).