Einde inhoudsopgave
Regeling Tijdelijke wet Groningen
Bijlage 7 Voorwaarden voor individuele beoordeling van een gebouw volgens de NPR 9998, behorende bij artikel 10.6 van deze regeling
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
29-06-2023, Stcrt. 2023, 17749 (uitgifte: 30-06-2023, regelingnummer: WJZ/ 27870366)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-06-2023, Stcrt. 2023, 17749 (uitgifte: 30-06-2023, regelingnummer: WJZ/ 27870366)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Bouwrecht / Veiligheid en milieu
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
De individuele beoordeling (inclusief de opname op locatie, bedoeld in artikel 10f, vijfde lid, van het besluit) van een gebouw volgens de NPR 9998 vindt plaats met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- 1.
Indien voor de locatie van het gebouw onvoldoende relevante grondgegevens beschikbaar zijn, wordt aanvullend grondonderzoek uitgevoerd.
- 2.
Indien dit nodig is voor het beoordelen of een gebouw voldoet aan de veiligheidsnorm vindt uitgebreid onderzoek naar en beoordeling van de fundering plaats conform de NEN 8707+C1:2020. Hierbij moet de scheefstand / de relatieve rotatie van het gebouw ten opzichte van het maaiveld in acht worden genomen. Hierbij kan waarbij gebruik worden gemaakt van onderstaande tabel:
Tabel 7.1 Situaties met noodzaak tot onderzoek en beoordeling fundering Situatie
Noodzaak tot onderzoek en beoordeling fundering met NEN 8707+C1:2020
Fundering na 1985 en geen constructieve schade bovengronds of scheefstand/relatieve rotatie >1:75
Geen beoordeling NEN 8707+C1:2020 nodig
Fundering na 1985 en wel constructieve schade bovengronds of scheefstand/relatieve rotatie >1:75
Beoordeling volgens NEN 8707 +C1:2020 nodig (berekening)
Fundering voor 1985 en wel constructieve schade bovengronds of scheefstand/relatieve rotatie >1:75
Beoordeling volgens NEN8707 +C1:2020 nodig (berekening)
Fundering voor 1985 en geen constructieve schade bovengronds:
– Meting scheefstand/relatieve rotatie < 10 mm/m (1/100) en geen aanzienlijke toename te verwachten
– Meting scheefstand/relatieve rotatie >10 maar < 13 mm/m en/of enige toename te verwachten
– Meting scheefstand/relatieve rotatie > 13 mm/m en/of aanzienlijke toename te verwachten
Geen beoordeling NEN 8707+C1:2020 nodig
Onder voorbehoud geen beoordeling NEN 8707 +C1:2020 nodig; vaststellen met zakkingsmeting
Beoordeling volgens NEN 8707 +C1:2020 nodig (berekening)
- 3.
In geval van scheuren in metselwerk wordt voor het bepalen of sprake is van constructieve schade gebruik gemaakt van de schadeklasse, opgenomen in de tabel met overzicht van schadeklassen, opgenomen in bijlage 3, waarbij schades vanaf schadeklasse 3 (scheuren met een wijdte tussen 5 en 15 mm of meerdere scheuren met een wijdte van 3 mm of groter) in ieder geval gezien worden als constructieve schade.
- 4.
Bij het bepalen van de aanwezigheid van constructieve schade bovengronds wordt de schade beoordeeld met inachtneming van het totaalbeeld van scheuren en verzakkingen het gehele scheur- en zakkingspatroon en de mogelijke onderliggende oorzaken (bijvoorbeeld de staat van de fundering).
- 5.
Delen van gebouwen die niet voor verblijf van mensen zijn bedoeld (zoals bijgebouwen, schuren en garages) worden in de beoordeling meegenomen, indien deze gebouwdelen in gevolgklasse CC1b, bedoeld in tabel 2.1, van de NPR 9998 vallen.
- 6.
Indien dit nodig is om te beoordelen of een gebouw voldoet aan de veiligheidsnorm worden niet-seismische, constructieve elementen van het gebouw in de beoordeling meegenomen.
- 7.
Verzwakte delen van de constructie (boven- en ondergronds) worden in de beoordeling meegenomen, in de tijdens opname vastgestelde technische staat, en vervolgens op de voor seismische beoordeling benodigde wijze gemodelleerd.
- 8.
Er wordt gebruik gemaakt van die rekenmethode die past bij het gebouw, waarbij voldoende toename van detail van analyse plaatsvindt om daadwerkelijk te kunnen bepalen dat een gebouw aan de veiligheidsnorm voldoet. Indien uit de meest gedetailleerde berekening blijkt dat een gebouw niet aan de veiligheidsnorm voldoet, worden maatregelen bepaald.
- 9.
Voor het opstellen van het versterkingsadvies wordt gebruik gemaakt van een model dat door de Minister beschikbaar is gesteld op www.nationaalcoordinatorgroningen.nl .