Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/695 tot vaststelling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1290/2013 en (EU) nr. 1291/2013
Artikel 37 Systeem voor onderlinge verzekeringen
Geldend
Geldend vanaf 12-05-2021
- Bronpublicatie:
28-04-2021, PbEU 2021, L 170 (uitgifte: 12-05-2021, regelingnummer: 2021/695)
- Inwerkingtreding
12-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-04-2021, PbEU 2021, L 170 (uitgifte: 12-05-2021, regelingnummer: 2021/695)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Financiering
1.
Hierbij wordt een systeem voor onderlinge verzekeringen (‘het systeem’) ingesteld ter vervanging en opvolging van het krachtens artikel 38 van Verordening (EU) nr. 1290/2013 ingestelde fonds. Het systeem dekt de risico's van het niet terugkrijgen van bedragen die de begunstigden verschuldigd zijn:
- a)
aan de Commissie op grond van Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (1);
- b)
aan de Commissie en organen van de Unie op grond van ‘Horizon 2020’;
- c)
aan de Commissie en financieringsorganen op grond van het programma.
De dekking van het risico met betrekking tot de financieringsorganen als bedoeld in punt c) van de eerste alinea, kan worden toegepast via een in de toepasselijke overeenkomst vastgesteld systeem van indirecte dekking en rekening houdend met de aard van het financieringsorgaan.
2.
Het systeem wordt beheerd door de Unie, vertegenwoordigd door de Commissie, die optreedt als uitvoerend agent. De Commissie stelt specifieke regels vast voor de werking van het systeem.
3.
Begunstigden leveren een bijdrage van 5 % van de Uniefinanciering voor de actie. De Commissie kan deze bijdrage op basis van transparante periodieke evaluaties verhogen tot maximaal 8 % of verlagen tot minder dan 5 %. De bijdrage van de begunstigden aan het systeem wordt verrekend met de oorspronkelijke voorfinanciering en wordt namens de begunstigden aan het systeem overgemaakt. Deze bijdrage bedraagt niet meer dan het bedrag van de initiële voorfinanciering.
4.
De bijdrage van de begunstigden wordt bij de betaling van het saldo terugbetaald.
5.
Eventuele financiële opbrengsten van het systeem behoren toe aan het systeem. Indien de opbrengst ontoereikend is, treedt het systeem niet op en vordert de Commissie of het betreffende financieringsorgaan alle verschuldigde bedragen rechtstreeks bij de begunstigden of derden in.
6.
De teruggekregen bedragen vormen voor het systeem bestemde ontvangsten in de zin van artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement. Zodra alle subsidies waarvan het risico direct of indirect door het systeem wordt gedekt, zijn afgehandeld, worden eventuele uitstaande bedragen door de Commissie ingevorderd en worden zij, bij besluiten van de wetgevende autoriteit, opgenomen in de Uniebegroting.
7.
Het systeem kan worden uitgebreid tot de begunstigden van andere EU-programma's in direct beheer. De Commissie stelt de voorwaarden vast voor de deelname van de begunstigden van andere programma's.
Voetnoten
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007–2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).