Einde inhoudsopgave
Samenloopregeling Indonesische pensioenen 1960
Artikel 25
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2013
- Bronpublicatie:
28-03-2013, Stb. 2013, 115 (uitgifte: 29-03-2013, kamerstukken: 33318)
- Inwerkingtreding
01-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-03-2013, Stb. 2013, 116 (uitgifte: 29-03-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt behalve voor zover het betreft personen die voor 29-03-2013 recht hebben op een halfwezenuitkering in werking op 01-07-2013 en voor zover het betreft personen die voor 29-03-2013 recht hebben op een halfwezenuitkering op 01-10-2013.
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ouderen / Ouderdomsuitkering
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Ten aanzien van degene, die ten gevolge van de toepassing van de Beperkingswet Nederlandse toeslagen op Indonesische pensioenen (Stb. 1957, 318) en de Tijdelijke regeling samenloop Indonesische weduwenpensioenen en wezenonderstanden met algemeen weduwen- en wezenpensioen (Stb. 1959, 341) op 31 maart 1960 meer aan pensioen, weduwenpensioen of wezenonderstand ontving, dan hem ten gevolge van de toepassing van deze wet op 1 april 1960 toekomt, wordt de beperking krachtens deze wet op een zodanig bedrag gesteld, dat aan pensioen, weduwenpensioen of wezenonderstand niet minder wordt ontvangen dan op 31 maart 1960 het geval was.
2.
Voor de toepassing van het vorige lid blijft buiten aanmerking een vermindering van de beperking krachtens het vierde lid van artikel 4 van de Beperkingswet Nederlandse toeslagen op Indonesische pensioenen of van het eerste lid van artikel 12 van de Tijdelijke regeling samenloop Indonesische weduwenpensioenen en wezenonderstanden met algemeen weduwen- en wezenpensioen.
3.
Voor de vergelijking, bedoeld in het eerste lid, wordt onder pensioen, weduwenpensioen en wezenonderstand, dat belanghebbende bij toepassing van deze wet toekomt, niet begrepen de verhoging van de aanpassingstoeslag, bedoeld in de artikelen 30a en 30c van de Toeslagwet Indonesische pensioenen 1956.
4.
Ten aanzien van degene, die tengevolge van de inwerkingtreding van deze wet minder aan pensioen, weduwenpensioen of wezenonderstand zou ontvangen, dan hem voor de inwerkingtreding van deze wet en van de wet van 29 mei 1963, Stb. 211, toekwam, wordt de beperking verminderd met een bedrag gelijk aan het verschil.
5.
In geval van toepassing van het vorige lid wordt voor volgende berekeningen van de beperking, het pensioen, het weduwenpensioen of de wezenonderstand geacht evenveel meer te bedragen als het bedrag, waarmede de beperking ingevolge het vorige lid is verminderd.
6.
Met ingang van de dag waarop voor belanghebbende na 31 december 1962 recht op een lager bedrag aan algemeen ouderdomspensioen, algemeen weduwenpensioen of algemeen wezenpensioen onderscheidenlijk op of na 1 juli 1996 aan een algemene nabestaandenuitkering of een algemene wezenuitkering ontstaat, wordt het in het vorige lid bedoelde bedrag zodanig lager gesteld, alsof de omstandigheid die tot wijziging leidde reeds op 31 december 1962 aanwezig was geweest.