Einde inhoudsopgave
Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen
Artikel 2:30 Bijzondere omstandigheden
Geldend
Geldend vanaf 18-08-2006
- Bronpublicatie:
05-07-2006, Stb. 2006, 361 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken: 30386)
- Inwerkingtreding
18-08-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-08-2006, Stb. 2006, 362 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
1.
De SCE licht zo spoedig mogelijk de SCE-ondernemingsraad in over alle buitengewone omstandigheden en voorgenomen besluiten die aanzienlijke gevolgen hebben voor de belangen van de werknemers, in het bijzonder betreffende verplaatsing of sluiting van vestigingen of ondernemingen of collectief ontslag.
2.
Indien de SCE-ondernemingsraad of, indien hij daartoe om spoedeisende redenen besluit het beperkt comité, dat verzoekt, komt deze met de SCE of een ander geschikter bestuursniveau binnen de SCE met een eigen beslissingsbevoegdheid op het gebied van de te behandelen onderwerpen in vergadering bijeen, om over de in het eerste lid genoemde omstandigheden nader te worden geïnformeerd en geraadpleegd. Na afloop van de vergadering of binnen een redelijke termijn na de vergadering kan een advies door de SCE-ondernemingsraad of het beperkt comité worden uitgebracht.
3.
Indien de SCE besluit om het advies van de SCE-ondernemingsraad niet te volgen, wordt de raad of het beperkt comité in de gelegenheid gesteld om nogmaals met de SCE in vergadering bijeen te komen om te trachten tot overeenstemming te komen.
4.
De in het tweede en derde lid bedoelde vergadering vindt plaats op een zodanig tijdstip dat die informatie en raadpleging nog zinvol is. Deze vergadering doet geen afbreuk aan de bevoegdheden van de SCE.
5.
Voor een vergadering met het beperkt comité worden mede uitgenodigd de leden van de SCE-ondernemingsraad die mede gekozen zijn door de werknemers van de vestigingen of ondernemingen die door de maatregelen rechtstreeks worden geraakt.