Einde inhoudsopgave
Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen
Artikel 2:28 Informatie, raadpleging en bevoegdheid van de SCE-ondernemingsraad
Geldend
Geldend vanaf 18-08-2006
- Bronpublicatie:
05-07-2006, Stb. 2006, 361 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken: 30386)
- Inwerkingtreding
18-08-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-08-2006, Stb. 2006, 362 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
1.
De verstrekking van informatie door de SCE geschiedt op een zodanig tijdstip, op een zodanige wijze en met een zodanige inhoud dat de SCE-ondernemingsraad of de vertegenwoordigers van de werknemers het mogelijke effect ervan grondig kunnen beoordelen en desgewenst raadplegingen met de SCE kunnen voorbereiden.
2.
De raadpleging door de SCE van de SCE-ondernemingsraad of van de vertegenwoordigers van de werknemers geschiedt op een zodanig tijdstip, op een zodanige wijze en met een zodanige inhoud dat de SCE-ondernemingsraad of de vertegenwoordigers van de werknemers op basis van de verstrekte informatie een mening over de door de SCE beoogde maatregelen kenbaar kunnen maken waarmee rekening kan worden gehouden in het besluitvormingsproces binnen de SCE.
3.
De SCE is niet verplicht tot het verstrekken van informatie, voor zover dat in redelijkheid het functioneren van de SCE of haar dochterondernemingen en vestigingen ernstig zou belemmeren dan wel schaden. De SCE kan terzake van de informatieverstrekking geheimhouding opleggen, indien daarvoor een redelijke grond bestaat. Zoveel mogelijk vóór de behandeling van de betrokken aangelegenheid wordt meegedeeld, welke grond bestaat voor het opleggen van de geheimhouding, welke schriftelijk of mondeling verstrekte gegevens onder de geheimhouding vallen, hoelang deze dient te duren, alsmede of er personen zijn ten aanzien van wie de geheimhouding niet in acht behoeft te worden genomen.
4.
De bevoegdheid van de SCE-ondernemingsraad is beperkt tot aangelegenheden die betrekking hebben op de SCE zelf, op een of meer van haar dochterondernemingen of vestigingen in een andere lidstaat, of die de bevoegdheid van de besluitvormingsorganen in een enkele lidstaat te buiten gaan. De SCE-ondernemingsraad treedt niet in de rechten en bevoegdheden van de werknemers, bedoeld in artikel 2:6, derde lid.