Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg
Artikel 6 [Inhoud vrachtbrief]
Geldend
Geldend vanaf 02-07-1961
- Bronpublicatie:
19-05-1956, Trb. 1957, 84 (uitgifte: 24-06-1957, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-07-1961
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-05-1961, Trb. 1961, 48 (uitgifte: 01-01-1961, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Wegvervoer
1.
De vrachtbrief moet de volgende aanduidingen bevatten:
- a)
de plaats en de datum van het opmaken daarvan,
- b)
de naam en het adres van de afzender,
- c)
de naam en het adres van de vervoerder,
- d)
de plaats en de datum van inontvangstneming der goederen en de plaats bestemd voor de aflevering der goederen,
- e)
de naam en het adres van de geadresseerde,
- f)
de gebruikelijke aanduiding van de aard der goederen en de wijze van verpakking en, voor gevaarlijke goederen, hun algemeen erkende benaming,
- g)
het aantal colli, hun bijzondere merken en hun nummers,
- h)
het bruto-gewicht of de op andere wijze aangegeven hoeveelheid van de goederen,
- i)
de op het vervoer betrekking hebbende kosten (vrachtprijs, bijkomende kosten, douane-rechten en andere vanaf de sluiting van de overeenkomst tot aan de aflevering opkomende kosten),
- j)
de voor het vervullen van douane- en andere formaliteiten nodige instructies,
- k)
de aanduiding, dat het vervoer, ongeacht enig tegenstrijdig beding, is onderworpen aan de bepalingen van dit Verdrag.
2.
Als het geval zich voordoet, moet de vrachtbrief nog de volgende aanduidingen bevatten:
- a)
het verbod van overlading,
- b)
de kosten, welke de afzender voor zijn rekening neemt,
- c)
het bedrag van het bij de aflevering van de goederen te innen remboursement,
- d)
de gedeclareerde waarde der goederen en het bedrag van het bijzonder belang bij de aflevering,
- e)
de instructies van de afzender aan de vervoerder voor wat betreft de verzekering der goederen,
- f)
de overeengekomen termijn, binnen welke het vervoer moet zijn volbracht,
- g)
de lijst van bescheiden, welke aan de vervoerder zijn overhandigd.
3.
De partijen kunnen in de vrachtbrief iedere andere aanduiding, welke zij nuttig achten, opnemen.