Einde inhoudsopgave
Richtlijn 68/193/EEG betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken
Bijlage I Voorwaarden met betrekking tot het gewas
Geldend
Geldend vanaf 16-02-2020
- Bronpublicatie:
11-02-2020, PbEU 2020, L 41 (uitgifte: 13-02-2020, regelingnummer: 2020/177)
- Inwerkingtreding
16-02-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-02-2020, PbEU 2020, L 41 (uitgifte: 13-02-2020, regelingnummer: 2020/177)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Rubriek 1: Echtheid, zuiverheid en teeltomstandigheden
1
Het gewas, en in voorkomend geval de kloon, is rasecht en raszuiver.
2
De teeltomstandigheden en de ontwikkeling van het gewas maken een voldoende controle van de echtheid en zuiverheid van het gewas ten aanzien van het ras en, zo nodig, de kloon alsook de gezondheidstoestand ervan mogelijk.
Rubriek 2: Gezondheidsvoorschriften voor voor de teelt van alle categorieën teeltmateriaal bestemde moederplanten, en voor alle categorieën kweekwijnstokken
1
Deze rubriek is van toepassing op voor de teelt van alle categorieën teeltmateriaal bestemde moederplanten, en op de kweekwijnstokken van al die categorieën.
2
De moederplanten en de kweekwijnstokken zijn bij visuele inspectie vrij bevonden van de in de rubrieken 6 en 7 vermelde gereguleerde niet-quarantaineorganismen voor het geslacht of de soort in kwestie.
De moederplanten en de kweekwijnstokken worden bemonsterd en getoetst op de in rubriek 7 vermelde gereguleerde niet-quarantaineorganismen voor het geslacht of de soort in kwestie. Bij twijfel over de aanwezigheid van de in de rubrieken 6 en 7 vermelde gereguleerde niet-quarantaineorganismen voor het geslacht of de soort in kwestie, worden de moederplanten en de kweekwijnstokken bemonsterd en getoetst.
3
De visuele inspectie en, in voorkomend geval, de bemonstering en toetsing van de desbetreffende moederplanten en kweekwijnstokken worden uitgevoerd overeenkomstig rubriek 8.
4
De in punt 2 vermelde bemonstering en toetsing worden in de meest geschikte periode van het jaar uitgevoerd, waarbij rekening wordt gehouden met de weersomstandigheden en de groeiomstandigheden van de wijnstokken, alsook met de biologie van de voor die wijnstokken relevante gereguleerde niet-quarantaineorganismen.
Voor de bemonstering en toetsing passen de lidstaten de protocollen van de Plantenbeschermingsorganisatie voor Europa en het gebied van de Middellandse Zee (EPPO) of andere internationaal erkende protocollen toe. Wanneer dergelijke protocollen niet bestaan, worden de desbetreffende protocollen die op nationaal niveau zijn vastgesteld, toegepast. In dat geval stellen de lidstaten deze protocollen op verzoek ter beschikking aan de andere lidstaten en de Commissie.
Wat betreft de bemonstering en toetsing van wijnstokken in de partijen van voor de teelt van oorspronkelijk teeltmateriaal bestemde moederplanten, passen de lidstaten biotoetsing via indicatorplanten of andere soortgelijke internationaal erkende protocollen toe om de aanwezigheid van virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's te beoordelen.
Rubriek 3: Voorschriften voor de grond en productievoorwaarden voor voor de teelt van alle categorieën teeltmateriaal bestemde moederplanten, en voor kweekwijnstokken van alle categorieën teeltmateriaal
1
De wijnstokken in partijen van moederplanten en kweekwijnstokken mogen alleen worden geplant in grond of, in voorkomend geval, in potten met groeimedia die vrij is, respectievelijk zijn, van plaagorganismen die de in rubriek 7 vermelde virussen bij zich kunnen dragen. Afwezigheid van dergelijke plaagorganismen wordt door bemonstering en toetsing vastgesteld.
Bij de uitvoering van die bemonstering en toetsing wordt rekening gehouden met de weersomstandigheden en de biologie van de plaagorganismen die de in rubriek 7 vermelde virussen bij zich kunnen dragen.
2
Er worden geen bemonstering en toetsing uitgevoerd wanneer de officiële controleautoriteit op basis van een officiële inspectie concludeert dat de grond vrij is van plaagorganismen die de in rubriek 7 vermelde virussen bij zich kunnen dragen.
Er worden ook geen bemonstering en toetsing uitgevoerd wanneer gedurende ten minste vijf jaar geen wijnstokken in de desbetreffende grond zijn geteeld en indien er geen twijfel bestaat over de afwezigheid in die grond van de plaagorganismen die de in rubriek 7 vermelde virussen bij zich kunnen dragen.
3
Voor de bemonstering en toetsing passen de lidstaten de protocollen van de EPPO of andere internationaal erkende protocollen toe. Wanneer dergelijke protocollen niet bestaan, passen de lidstaten de desbetreffende protocollen toe die op nationaal niveau zijn vastgesteld. In dat geval stellen de lidstaten deze protocollen op verzoek ter beschikking aan de andere lidstaten en de Commissie.
Rubriek 4: Voorschriften betreffende productielocaties, productieplaatsen of gebieden
1
De moederplanten en de kweekwijnstokken worden op passende wijze geplaatst om ieder risico van besmetting door de plaagorganismen die de in rubriek 7 vermelde virussen bij zich kunnen dragen te vermijden.
2
De kweekwijnstokken worden niet in een wijngaard of tussen moederplanten geplaatst. De afstand tot een wijngaard of moederplanten bedraagt minimaal 3 m.
3
In aanvulling op de in de rubrieken 2 en 3 vermelde voorschriften voor de grond en productievoorwaarden, wordt teeltmateriaal geproduceerd overeenkomstig de in rubriek 8 opgenomen voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden om de aanwezigheid van de in die rubriek vermelde plaagorganismen te beperken.
Rubriek 5: Officiële inspecties
1
Het in de partijen van moederplanten en kweekwijnstokken geproduceerde teeltmateriaal blijkt bij jaarlijkse officiële veldkeuringen te voldoen aan de voorschriften van de rubrieken 2 tot en met 4.
2
Die officiële inspecties worden uitgevoerd door de officiële controleautoriteit overeenkomstig rubriek 8.
3
Aanvullende officiële veldkeuringen worden uitgevoerd bij geschillen over zaken die kunnen worden beslecht zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit van het teeltmateriaal.
Rubriek 6: Lijst van gereguleerde niet-quarantaineorganismen waarvan uit hoofde van rubriek 2, punt 2, door visuele inspectie en, bij twijfel, door bemonstering en toetsing moet worden vastgesteld of deze wel of niet aanwezig zijn
Geslacht of soort teeltmateriaal voor wijnstokken, met uitzondering van zaden | Gereguleerde niet-quarantaineorganismen |
---|---|
Insecten en mijten | |
Niet-geënteVitis viniferaL. | Viteus vitifoliae Fitch [VITEVI] |
Insecten en mijten | |
VitisL., met uitzondering van niet-geënteVitis viniferaL. | Viteus vitifoliae Fitch [VITEVI] |
Bacteriën | |
VitisL. | Xylophilus ampelinus Willems et al. [XANTAM] |
Virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's | |
VitisL. | Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al. [PHYPSO] |
Rubriek 7: Lijst van gereguleerde niet-quarantaineorganismen waarvan uit hoofde van rubriek 2, punt 2, en rubriek 8 door visuele inspectie en, in bepaalde gevallen, bemonstering en toetsing moet worden vastgesteld of deze wel of niet aanwezig zijn
Geslacht of soort | Gereguleerde niet-quarantaineorganismen |
---|---|
Virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's | |
Teeltmateriaal voorVitisL., met uitzondering van zaden | Arabis mosaic virus [ARMV00] |
Grapevine fanleaf virus [GFLV00] | |
Grapevine leafroll associated virus 1 [GLRAV1] | |
Grapevine leafroll associated virus 3 [GLRAV3] | |
Virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's | |
Onderstammen vanVitisspp. en de hybriden daarvan, met uitzondering vanVitis viniferaL. | Arabis mosaic virus [ARMV00] |
Grapevine fanleaf virus [GFLV00] | |
Grapevine leafroll associated virus 1 [GLRAV1] | |
Grapevine leafroll associated virus 3 [GLRAV3] | |
Grapevine fanleaf virus [GFKV00] |
Rubriek 8: Voorschriften betreffende maatregelen voor moederplanten en, in voorkomend geval, kweekwijnstokken van Vitis L. per categorie, overeenkomstig rubriek 2, punt 2
Vitis L.
1. Oorspronkelijk teeltmateriaal, basisteeltmateriaal en gecertificeerd teeltmateriaal
Visuele inspecties
De officiële controleautoriteit voert ten minste eenmaal per groeiseizoen visuele inspecties uit van de moederplanten en kweekwijnstokken voor alle in de rubrieken 6 en 7 vermelde gereguleerde niet-quarantaineorganismen.
2. Oorspronkelijk teeltmateriaal
Bemonstering en toetsing
Alle wijnstokken in de partijen van voor de teelt van oorspronkelijk teeltmateriaal bestemde moederplanten worden bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Arabis mosaic virus, Grapevine fanleaf virus, Grapevine Leafroll-associated Virus 1 en Grapevine Leafroll-associated Virus 3. Die bemonstering en toetsing worden vervolgens elke vijf jaar herhaald.
De voor de productie van onderstammen bestemde moederplanten worden, in aanvulling op de bemonstering en toetsing op de onder het eerste streepje bedoelde virussen, eenmaal bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Grapevine fleck virus.
De resultaten van de bemonstering en toetsing zijn beschikbaar alvorens de desbetreffende moederplanten worden toegelaten.
3. Basisteeltmateriaal
Bemonstering en toetsing
Alle wijnstokken in de partijen van voor de teelt van basisteeltmateriaal bestemde moederplanten worden bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Arabis mosaic virus, Grapevine fanleaf virus, Grapevine Leafroll-associated Virus 1 en Grapevine Leafroll-associated Virus 3.
De bemonstering en toetsing vangen aan bij zesjarige moederplanten en worden vervolgens elke zes jaar herhaald.
De resultaten van de bemonstering en toetsing zijn beschikbaar alvorens de desbetreffende moederplanten worden toegelaten.
4. Gecertificeerd materiaal
Bemonstering en toetsing
Een representatief deel van de wijnstokken in een partij van voor de teelt van gecertificeerd teeltmateriaal bestemde moederplanten wordt bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Arabis mosaic virus, Grapevine fanleaf virus, Grapevine Leafroll-associated Virus 1 en Grapevine Leafroll-associated Virus 3.
De bemonstering en toetsing vangen aan bij tienjarige moederplanten en worden vervolgens elke tien jaar herhaald.
De resultaten van de bemonstering en toetsing zijn beschikbaar alvorens de desbetreffende moederplanten worden toegelaten.
5. Oorspronkelijk teeltmateriaal, basisteeltmateriaal en gecertificeerd teeltmateriaal
Voorschriften betreffende productielocaties, productieplaatsen of gebieden en naargelang de desbetreffende gereguleerde niet-quarantaineorganismen
- a)Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al.
- i)
De wijnstokken worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat zij vrij zijn van Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al., of
- ii)
tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op de wijnstokken op de productielocatie geen symptomen van Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al. waargenomen, of
- iii)
wat betreft de aanwezigheid van Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al. is aan de volgende voorwaarden voldaan:
- —
alle wijnstokken in de partijen van voor de teelt van oorspronkelijk teeltmateriaal en basisteeltmateriaal bestemde moederplanten die symptomen van Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al. vertonen, zijn verwijderd, en
- —
alle wijnstokken in de partijen van voor de teelt van gecertificeerd teeltmateriaal bestemde moederplanten die symptomen van Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al. vertonen, zijn ten minste uitgesloten van vermeerdering, en
- —
in het geval van teeltmateriaal dat bestemd is om in de handel te worden gebracht en symptomen van Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al. vertoont, wordt de hele partij van dat materiaal onderworpen aan een warmwaterbehandeling of een andere gepaste behandeling overeenkomstig de protocollen van de EPPO of andere internationaal erkende protocollen om te waarborgen dat het vrij is van Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al.
- b)Xylophilus ampelinus Willems et al.
- i)
De wijnstokken worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat zij vrij zijn van Xylophilus ampelinus Willems et al., of
- ii)
tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op de wijnstokken op de productielocatie geen symptomen van Xylophilus ampelinus Willems et al. waargenomen, of
- iii)
wat betreft de aanwezigheid van Xylophilus ampelinus Willems et al. is aan de volgende voorwaarden voldaan:
- —
alle wijnstokken in de partijen van voor de teelt van oorspronkelijk teeltmateriaal, basisteeltmateriaal en gecertificeerd teeltmateriaal bestemde moederplanten die symptomen van Xylophilus ampelinus Willems et al. vertonen, zijn verwijderd en de nodige hygiënische maatregelen worden genomen, en
- —
de wijnstokken op de productielocatie die symptomen van Xylophilus ampelinus Willems et al. vertonen, worden na het uitdunnen behandeld met een bacteriedodende stof om te waarborgen dat zij vrij zijn van Xylophilus ampelinus Willems et al., en
- —
in het geval van teeltmateriaal dat bestemd is om in de handel te worden gebracht en symptomen van Xylophilus ampelinus Willems et al. vertoont, wordt de hele partij van dat materiaal onderworpen aan een warmwaterbehandeling of een andere gepaste behandeling overeenkomstig de protocollen van de EPPO of andere internationaal erkende protocollen om te waarborgen dat het vrij is van Xylophilus ampelinus Willems et al.
- c)Arabis mosaic virus, Grapevine fanleaf virus, Grapevine Leafroll-associated Virus 1 en Grapevine Leafroll-associated Virus 3
- i)
Wat betreft de aanwezigheid van Arabis mosaic virus, Grapevine fanleaf virus, Grapevine Leafroll-associated Virus 1 en Grapevine Leafroll-associated Virus 3 is aan de volgende voorwaarden voldaan:
- —
op de wijnstokken in de partijen van voor de teelt van oorspronkelijk teeltmateriaal en basisteeltmateriaal bestemde moederplanten zijn van geen van die virussen symptomen waargenomen, en
- —
op niet meer dan 5 % van de wijnstokken in de partijen van voor de teelt van gecertificeerd teeltmateriaal bestemde moederplanten zijn symptomen van die virussen waargenomen, en die wijnstokken zijn verwijderd en vernietigd, of
- ii)
alle wijnstokken in de partijen van voor de teelt van oorspronkelijk teeltmateriaal bestemde moederplanten en het oorspronkelijk teeltmateriaal worden in stand gehouden in insectenvrije faciliteiten om te waarborgen dat zij vrij zijn van Grapevine Leafroll-associated Virus 1 en Grapevine Leafroll-associated Virus 3.
- d)Viteus vitifoliae Fitch
- i)
De wijnstokken worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat zij vrij zijn van Viteus vitifoliae Fitch, of
- ii)
de wijnstokken worden geënt op onderstammen die resistent zijn tegen Viteus vitifoliae Fitch, of
- —
alle wijnstokken in de partijen van voor de teelt van oorspronkelijk teeltmateriaal bestemde moederplanten, en alle oorspronkelijk teeltmateriaal worden in stand gehouden in insectenvrije faciliteiten en op die wijnstokken zijn tijdens het laatste volledige groeiseizoen geen symptomen van Viteus vitifoliae Fitch waargenomen, en
- —
in het geval van teeltmateriaal dat bestemd is om in de handel te worden gebracht en dat symptomen van Viteus vitifoliae Fitch vertoont, wordt de hele partij van dat materiaal onderworpen aan fumigatie, een warmwaterbehandeling of een andere gepaste behandeling overeenkomstig de protocollen van de EPPO of andere internationaal erkende protocollen om te waarborgen dat het vrij is van Viteus vitifoliae Fitch.
6. Standaardteeltmateriaal
Visuele inspecties
De officiële controleautoriteit voert ten minste eenmaal per groeiseizoen visuele inspecties uit van de moederplanten en kweekwijnstokken voor alle in de rubrieken 6 en 7 vermelde gereguleerde niet-quarantaineorganismen.
Voorschriften betreffende productielocaties, productieplaatsen of gebieden en naargelang de desbetreffende gereguleerde niet-quarantaineorganismen
- a)Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al.
- i)
De wijnstokken worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat zij vrij zijn van Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al., of
- ii)
tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op de wijnstokken op de productielocatie geen symptomen van Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al. waargenomen, of
- iii)
- —
alle wijnstokken in de partijen van voor de teelt van standaardteeltmateriaal bestemde moederplanten die symptomen van Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al. vertonen, zijn ten minste uitgesloten van vermeerdering, en
- —
in het geval van teeltmateriaal dat bestemd is om in de handel te worden gebracht en symptomen van Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al. vertoont, wordt de hele partij van dat materiaal onderworpen aan een warmwaterbehandeling of een andere gepaste behandeling overeenkomstig de protocollen van de EPPO of andere internationaal erkende protocollen om te waarborgen dat het vrij is van Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al.
- b)Xylophilus ampelinus Willems et al.
- i)
De wijnstokken worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat zij vrij zijn van Xylophilus ampelinus Willems et al., of
- ii)
tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op de wijnstokken op de productielocatie geen symptomen van Xylophilus ampelinus Willems et al. waargenomen, of
- iii)
wat betreft de aanwezigheid van Xylophilus ampelinus Willems et al. is aan de volgende voorwaarden voldaan:
- —
alle wijnstokken in de partijen van voor de teelt van standaardteeltmateriaal bestemde moederplanten die symptomen van Xylophilus ampelinus Willems et al. vertonen, zijn verwijderd en de nodige hygiënische maatregelen worden genomen, en
- —
de wijnstokken op de productielocatie die symptomen van Xylophilus ampelinus Willems et al. vertonen, worden na het uitdunnen behandeld met een bacteriedodende stof om te waarborgen dat zij vrij zijn van Xylophilus ampelinus Willems et al., en
- —
in het geval van teeltmateriaal dat bestemd is om in de handel te worden gebracht en symptomen van Xylophilus ampelinus Willems et al. vertoont, wordt de hele partij van dat materiaal onderworpen aan een warmwaterbehandeling of een andere gepaste behandeling overeenkomstig de protocollen van de EPPO of andere internationaal erkende protocollen om te waarborgen dat het vrij is van Xylophilus ampelinus Willems et al.
- c)Arabis mosaic virus, Grapevine fanleaf virus, Grapevine Leafroll-associated Virus 1 en Grapevine Leafroll-associated Virus 3
Op niet meer dan 10 % van de wijnstokken in de partijen van voor de teelt van standaardteeltmateriaal bestemde moederplanten zijn symptomen van alle virussen (Arabis mosaic virus, Grapevine fanleaf virus, Grapevine Leafroll-associated Virus 1 en Grapevine Leafroll-associated Virus 3) waargenomen, en die wijnstokken worden niet voor de teelt gebruikt.
- d)Viteus vitifoliae Fitch
- i)
De wijnstokken worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat zij vrij zijn van Viteus vitifoliae Fitch, of
- ii)
de wijnstokken worden geënt op onderstammen die resistent zijn tegen Viteus vitifoliae Fitch, of
- iii)
in het geval van teeltmateriaal dat bestemd is om in de handel te worden gebracht en dat symptomen van Viteus vitifoliae Fitch vertoont, wordt de hele partij van dat materiaal onderworpen aan fumigatie, een warmwaterbehandeling of een andere gepaste behandeling overeenkomstig de protocollen van de EPPO of andere internationaal erkende protocollen om te waarborgen dat het vrij is van Viteus vitifoliae Fitch.