Mijnwet BES
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
05-12-2018, Stb. 2018, 487 (uitgifte: 27-12-2018, kamerstukken: 34987)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2018, Stb. 2018, 488 (uitgifte: 27-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Goederenrecht / Eigendom, bezit en houderschap
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De ontdekking van eene in deze wet genoemde delfstof geeft den ontdekker die òf is houder van eene vergunning tot opsporing òf concessionaris op het veld, binnen welks grenzen de delfstof is ontdekt, recht op concessie tot ontginning van de ontdekte delfstof, zoodra hij zijne aanspraken doet gelden, met dien verstande evenwel dat de ontdekker, die houder is van eene vergunning tot opsporing, zijne aanspraken behoort geldend te maken vóór het verstrijken van den termijn waarvoor de vergunning verleend of verlengd is en dat het vroeger ingediende verzoek de voorkeur heeft boven het later ingediende.
2.
Het hier bedoelde recht op concessie kan, mits in zijn geheel, aan anderen, voldoende aan de vereischten in artikel 5 gesteld, worden overgedragen, behoudens goedkeuring van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat.