Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de internationale inning van levensonderhoud voor kinderen en andere familieleden
Artikel 58 Ondertekening, bekrachtiging en toetreding
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
23-11-2007, Trb. 2011, 144 (uitgifte: 19-08-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-03-2021, Trb. 2021, 34 (uitgifte: 16-03-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
1.
Het Verdrag staat open voor ondertekening door de staten die lid waren van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht op het tijdstip van haar eenentwintigste zitting en door de overige staten die aan die zitting deelnamen.
2.
Het Verdrag wordt bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd en de akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring worden nedergelegd bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden, depositaris van het Verdrag.
3.
Elke andere staat of regionale organisatie voor economische integratie kan tot het Verdrag toetreden nadat het overeenkomstig artikel 60, eerste lid 1[lees: eerste lid], in werking is getreden.
4.
De akte van toetreding wordt nedergelegd bij de depositaris.
5.
Deze toetreding heeft slechts gevolgen in de betrekkingen tussen de toetredende staat en die verdragsluitende staten die niet binnen twaalf maanden na de ontvangst van de in artikel 65 bedoelde kennisgeving bezwaar hebben gemaakt tegen de toetreding van deze staat. Een dergelijk bezwaar kan ook door een staat worden gemaakt op het tijdstip van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van het Verdrag na een toetreding. Van elk bezwaar wordt kennisgeving gedaan aan de depositaris.