Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 250 Overleg tussen toezichthoudende autoriteiten
Geldend
Geldend vanaf 23-05-2014
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2016.
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 153 (uitgifte: 22-05-2014, regelingnummer: 2014/51/EU)
- Inwerkingtreding
23-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 153 (uitgifte: 22-05-2014, regelingnummer: 2014/51/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Voordat de betrokken toezichthoudende autoriteiten enig besluit nemen dat voor de toezichthoudende taken van andere toezichthoudende autoriteiten van belang is, plegen zij onverminderd artikel 248 in het college van toezichthouders onderling overleg over de volgende aangelegenheden:
- a)
veranderingen in het aandeelhouderschap, de organisatie of de bestuursstructuur van verzekerings- of herverzekeringsondernemingen in een groep die goedkeuring of machtiging door toezichthoudende autoriteiten vereisen;
- b)
het besluit over de verlenging van de herstelperiode overeenkomstig artikel 138, leden 3 en 4;
- c)
door de toezichthoudende autoriteiten getroffen belangrijke sancties of buitengewone maatregelen, zoals onder meer het toepassen van een opslagfactor op het solvabiliteitskapitaalvereiste op grond van artikel 37 en het opleggen van enigerlei beperking op het gebruik van een intern model voor de berekening van het solvabiliteitskapitaalvereiste op grond van titel I, hoofdstuk VI, afdeling 4, onderafdeling 3.
De groepstoezichthouder wordt altijd geraadpleegd voor de toepassing van de punten b) en c), van de eerste alinea.
Voorts plegen de betrokken toezichthoudende autoriteiten, wanneer een besluit is gebaseerd op van andere toezichthoudende autoriteiten ontvangen informatie, onderling overleg alvorens het besluit te nemen.
2.
Onverminderd artikel 248 kan een toezichthoudende autoriteit in spoedeisende gevallen besluiten geen overleg met andere toezichthoudende autoriteiten te plegen of indien dat overleg de doeltreffendheid van haar besluit in gevaar zou kunnen brengen. In dat geval stelt de toezichthoudende autoriteit de andere betrokken toezichthoudende autoriteiten onverwijld daarvan in kennis.