Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 2157/2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE)
Artikel 64 [Zetel buiten EU]
Geldend
Geldend vanaf 08-10-2004
- Bronpublicatie:
08-10-2001, PbEG 2001, L 294 (uitgifte: 10-11-2001, regelingnummer: 2157/2001)
- Inwerkingtreding
08-10-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-10-2001, PbEG 2001, L 294 (uitgifte: 10-11-2001, regelingnummer: 2157/2001)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
1.
Wanneer een SE niet meer aan de verplichting van artikel 7 voldoet, neemt de lidstaat waar de SE haar statutaire zetel heeft maatregelen om de SE ertoe te dwingen haar situatie binnen een bepaalde termijn te regulariseren door:
- a)
ofwel haar hoofdbestuur opnieuw in de lidstaat van de statutaire zetel te vestigen;
- b)
ofwel haar statutaire zetel te verplaatsen volgens de procedure van artikel 8.
2.
De lidstaat waar de SE haar statutaire zetel heeft, neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat een SE die nalaat haar situatie overeenkomstig lid 1 te regulariseren, aan een liquidatieprocedure onderworpen wordt.
3.
De lidstaat waar de SE haar statutaire zetel heeft, zorgt ervoor dat tegen vaststellingen van inbreuken op artikel 7 rechtsmiddelen openstaan. Het rechtsmiddel heeft een schorsende werking op de in de leden 1 en 2 bedoelde procedures.
4.
Wanneer, op initiatief van de autoriteiten dan wel op initiatief van eender welke belanghebbende partij, wordt geconstateerd dat een SE haar hoofdbestuur op het grondgebied van een lidstaat heeft in inbreuk op artikel 7, stellen de autoriteiten van deze lidstaat de lidstaat van de statutaire zetel daarvan onverwijld in kennis.