Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/625 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen (verordening officiële controles)
Artikel 21 Specifieke regels voor officiële controles en voor de acties die de bevoegde autoriteiten moeten ondernemen in verband met de voorschriften inzake dierenwelzijn
Geldend
Geldend vanaf 27-04-2017
- Bronpublicatie:
15-03-2017, PbEU 2017, L 95 (uitgifte: 07-04-2017, regelingnummer: 2017/625)
- Inwerkingtreding
27-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-03-2017, PbEU 2017, L 95 (uitgifte: 07-04-2017, regelingnummer: 2017/625)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Dierenrecht / Veehouderij
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
De officiële controles om naleving van de in artikel 1, lid 2, onder f), bedoelde regels te verifiëren omvatten officiële controles in alle relevante stadia van de productie, verwerking en distributie in de agro-voedselketen.
2.
De officiële controles op naleving van de regels inzake het welzijn van dieren tijdens het vervoer, met name de regels van Verordening (EG) nr. 1/2005, omvatten:
- a)
voor lange transporten tussen lidstaten en met derde landen: officiële controles die voorafgaand aan het laden worden verricht om na te gaan of de dieren geschikt zijn voor vervoer;
- b)
voor lange transporten van als landbouwhuisdier gehouden paardachtigen, met uitzondering van geregistreerde paardachtigen, en van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen, geiten en varkens tussen lidstaten en met derde landen, voorafgaand aan die transporten:
- i)
officiële controles betreffende journaals om te verifiëren of het journaal realistisch is en wijst op naleving van Verordening (EG) nr. 1/2005, en
- ii)
officiële controles om te verifiëren of de in het journaal vermelde vervoerder beschikt over een geldige vergunning voor vervoerders, een geldig certificaat van goedkeuring voor vervoermiddelen voor lange transporten en geldige getuigschriften van vakbekwaamheid voor bestuurders en verzorgers;
- c)
aan de in artikel 59, lid 1, bedoelde grenscontroleposten en op plaatsen van uitgang:
- i)
officiële controles betreffende de vervoersgeschiktheid van de dieren en betreffende de vervoermiddelen om na te gaan of is voldaan aan de vereisten van hoofdstuk II van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1/2005 en, indien van toepassing, hoofdstuk VI daarvan;
- ii)
officiële controles om te verifiëren of de vervoerders voldoen aan de toepasselijke internationale overeenkomsten en beschikken over geldige vergunningen voor vervoerders en getuigschriften van vakbekwaamheid voor bestuurders en verzorgers, en
- iii)
officiële controles om te verifiëren of de als landbouwhuisdier gehouden paardachtigen en als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen, geiten en varkens een lang transport hebben of nog moeten ondergaan.
3.
Tijdens de uitvoering van officiële controles en andere officiële activiteiten nemen de bevoegde autoriteiten de nodige maatregelen om vertragingen tussen het laden van de dieren en hun vertrek of tijdens het vervoer te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken.
De bevoegde autoriteiten houden dieren tijdens het vervoer niet vast, tenzij dat strikt noodzakelijk is voor het welzijn van de dieren of voor de gezondheid van mens of dier. Indien dieren tijdens het vervoer langer dan twee uur moeten worden vastgehouden, zorgen de bevoegde autoriteiten ervoor dat adequate voorzieningen worden getroffen voor hun verzorging en, zo nodig, voor het voederen, drenken, uitladen en onderbrengen van de dieren.
4.
Wanneer een geval van niet-naleving wordt vastgesteld naar aanleiding van de officiële controles als bedoeld in lid 1, onder b), die vóór het lange transport niet op passende wijze door de organisator van het vervoer is hersteld door passende wijzigingen aan de vervoersmodaliteiten aan te brengen, verbieden de bevoegde autoriteiten het lange transport.
5.
Wanneer de bevoegde autoriteiten naar aanleiding van de officiële controles als bedoeld in lid 1, onder c), vaststellen dat dieren niet in staat zijn de reis te voltooien, bevelen zij dat de dieren worden gelost en water, voeder en rust krijgen totdat zij weer in staat zijn om de reis voort te zetten.
6.
Een niet-naleving van de in lid 1 van dit artikel bedoelde regels wordt voor de toepassing van de artikelen 105 en 106, ook gemeld:
- a)
aan de lidstaten die de vergunning hebben verleend aan de vervoerder;
- b)
wanneer niet-naleving van een dergelijke regel die geldt voor het vervoermiddel wordt vastgesteld, aan de lidstaat die het certificaat van goedkeuring voor het vervoermiddel heeft afgegeven;
- c)
wanneer niet-naleving van een dergelijke regel die geldt voor bestuurders wordt vastgesteld, aan de lidstaat die het certificaat van vakbekwaamheid van de bestuurder heeft afgegeven.
7.
Voor de toepassing van artikel 30, is de delegatie van bepaalde taken in verband met in dit artikel bedoelde officiële controles aan een of meer natuurlijke personen toegestaan.
8.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 144 gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde deze verordening aan te vullen met regels voor de uitvoering van officiële controles op de naleving van de in artikel 1, lid 2, onder f), bedoelde regelgeving van de Unie. In die gedelegeerde handelingen wordt rekening gehouden met het dierenwelzijnsrisico in verband met de landbouwactiviteiten en het vervoer, de slacht en het doden van dieren, en worden regels vastgesteld betreffende:
- a)
specifieke voorschriften voor de uitvoering van die officiële controles om het risico dat verbonden is aan de verschillende diersoorten en vervoermiddelen aan te pakken, werkwijzen te voorkomen waarbij de regelgeving niet wordt nageleefd en het lijden van dieren te beperken;
- b)
de gevallen waarin de bevoegde autoriteiten voor specifieke gevallen van niet-naleving een of meer maatregelen als bedoeld in artikel 137, lid 2, en artikel 138, lid 2, moeten nemen;
- c)
de verificatie van de voorschriften inzake dierenwelzijn aan grenscontroleposten en op plaatsen van uitgang en de toepasselijke minimumvoorschriften voor die plaatsen van uitgang;
- d)
specifieke criteria en voorwaarden voor de inwerkingtreding van de mechanismen voor administratieve bijstand als beschreven in de artikelen 102 tot en met 108;
- e)
de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder bij officiële controles op de naleving van de voorschriften inzake dierenwelzijn specifieke indicatoren voor dierenwelzijn op basis van meetbare prestatiecriteria kunnen worden gebruikt en het ontwerp van dergelijke indicatoren op basis van wetenschappelijke en technische bewijzen.
9.
De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen regels vast betreffende eenvormige praktische regelingen inzake officiële controles die worden uitgevoerd om de naleving te verifiëren van de regels van de Unie als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder f), in voorschriften inzake dierenwelzijn en in de acties die de bevoegde autoriteiten naar aanleiding van die officiële controles moeten ondernemen met betrekking tot:
- a)
eenvormige minimale frequentie van die officiële controles, waarbij een minimumniveau van officiële controles noodzakelijk is om het risico dat verbonden is aan de verschillende diersoorten en vervoermiddelen aan te pakken, werkwijzen te voorkomen waarbij de regelgeving niet wordt nageleefd en het lijden van dieren te beperken, en
- b)
de praktische regeling voor het bijhouden van de schriftelijke neerslag van officiële controles en de bewaringstermijn daarvan.
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 145, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.