Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 165/2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer
Artikel 24 Erkenning van installateurs, werkplaatsen en voertuigfabrikanten
Geldend
Geldend vanaf 19-05-2024
- Bronpublicatie:
24-04-2024, PbEU L 2024, 2024/1230 (uitgifte: 29-04-2024, regelingnummer: 2024/1230)
- Inwerkingtreding
19-05-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2024, PbEU L 2024, 2024/1230 (uitgifte: 29-04-2024, regelingnummer: 2024/1230)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Europees arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Wegvervoer
1.
Installateurs, werkplaatsen en voertuigfabrikanten die tachografen installeren, controleren, inspecteren en repareren, worden door de lidstaten erkend, regelmatig gecontroleerd, en gecertificeerd.
2.
Om de bevoegdheid en betrouwbaarheid van de installateurs, werkplaatsen en voertuigfabrikanten te waarborgen, bepalen en publiceren de lidstaten een aantal duidelijke nationale procedures en zorgen zij ervoor dat aan de volgende minimumcriteria wordt voldaan:
- a)
het personeel is goed opgeleid;
- b)
de apparatuur om de testen en taken uit te voeren is beschikbaar;
- c)
de installateurs, werkplaatsen en voertuigfabrikanten hebben een goede reputatie.
3.
Erkende installateurs of werkplaatsen worden als volgt aan een audit onderworpen:
- a)
Ten minste om de twee jaar worden de procedures die de erkende installateurs of werkplaatsen toepassen om met de tachografen om te gaan, aan een audit onderworpen. De audit betreft voornamelijk de genomen beveiligingsmaatregelen en het gebruik van de werkplaatskaarten. Voor de uitvoering van de audit is een bezoek ter plaatse niet vereist.
- b)
Erkende installateurs en werkplaatsen worden voorts onderworpen aan onaangekondigde technische audits, met het oog op controle van de ijkingen, inspecties en installaties. Die controles vinden jaarlijks in ten minste 10 % van de erkende installateurs en werkplaatsen plaats.
4.
De lidstaten en hun bevoegde autoriteiten nemen passende maatregelen om belangenconflicten tussen installateurs of werkplaatsen en vervoersondernemingen te voorkomen. In het bijzonder, wanneer sprake is van ernstig risico op belangenconflict, worden aanvullende specifieke maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat de installateur of de werkplaats aan de bepalingen van deze verordening voldoet.
5.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaten publiceren de lijsten van erkende werkplaatsen en de aan hen afgegeven kaarten op een voor het publiek toegankelijke website, en zorgen ervoor dat die lijsten waar nodig worden geactualiseerd.
De Commissie publiceert de lijst van die nationale websites ook op haar website.
6.
De bevoegde autoriteiten trekken, tijdelijk of definitief, de erkenning in van installateurs, werkplaatsen en voertuigfabrikanten die niet voldoen aan de hun bij deze verordening opgelegde verplichtingen.