Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk België, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (lidstaten van de Europese Unie) en de Republiek Bulgarije en Roemenië betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie
Artikel 32
Geldend
Geldend vanaf 22-12-2009
- Bronpublicatie:
17-12-2009, PbEU 2009, L 339 (uitgifte: 22-12-2009, regelingnummer: 2009/994/EU)
- Inwerkingtreding
22-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2009, PbEU 2009, L 339 (uitgifte: 22-12-2009, regelingnummer: 2009/994/EU)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Hierbij worden een cashflow- en Schengenfaciliteit als tijdelijk instrument ingesteld om Bulgarije en Roemenië vanaf de datum van toetreding tot eind 2009 te helpen bij het financieren van acties aan de nieuwe buitengrenzen van de Unie met het oog op de uitvoering van het Schengenacquis en de controle aan de buitengrenzen, alsook bij het verbeteren van de cashflow in de nationale begroting.
2.
Voor de periode 2007–2009 worden de volgende bedragen (prijzen van 2004) ter beschikking gesteld van Bulgarije en Roemenië in de vorm van forfaitaire steunbetalingen uit hoofde van de tijdelijke cashflow- en Schengenfaciliteit:
(miljoen EUR — prijzen van 2004) | |||
---|---|---|---|
2007 | 2008 | 2009 | |
Bulgarije | 121,8 | 59,1 | 58,6 |
Roemenië | 297,2 | 131,8 | 130,8 |
3.
Ten minste 50% van elke toewijzing per land in het kader van de tijdelijke cashflow- en Schengenfaciliteit moet worden gebruikt om Bulgarije en Roemenië te steunen bij hun verplichting om maatregelen aan de nieuwe buitengrens van de Unie voor de uitvoering van het Schengenacquis en ter controle van de buitengrenzen te financieren.
4.
Een twaalfde van elk jaarlijks bedrag wordt op de eerste werkdag van elke maand in het betreffende jaar aan Bulgarije en Roemenië uitbetaald. De forfaitaire steunbetalingen worden binnen drie jaar na de eerste betaling gebruikt. Bulgarije en Roemenië dienen, uiterlijk zes maanden na de termijn van drie jaar, een overzichtsverslag in over de wijze waarop de forfaitaire steunbetalingen uit hoofde van het Schengengedeelte van de tijdelijke cashflow- en Schengenfaciliteit zijn gebruikt, met een verklaring waarin de uitgaven worden gerechtvaardigd. Eventuele ongebruikte of onterecht uitgegeven middelen worden teruggevorderd door de Commissie.
5.
De Commissie kan de voor de werking van de tijdelijke cashflow- en Schengenfaciliteit noodzakelijke technische bepalingen aannemen.