Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
12-02-2004, Trb. 2005, 89 (uitgifte: 18-04-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-02-2022, Trb. 2022, 11 (uitgifte: 03-02-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Straling
Milieurecht / Energie
Energierecht (V)
(a)
Het recht op vergoeding van kernschade ontstaan door een kernongeval kan slechts worden uitgeoefend tegen een exploitant die overeenkomstig dit Verdrag aansprakelijk is voor de kernschade of, indien het volgens het nationale recht mogelijk is de verzekeraar of andere persoon, die de volgens artikel 10 vereiste financiële zekerheid heeft gesteld, rechtstreeks aan te spreken, jegens de verzekeraar of die andere persoon.
(b)
Tenzij in dit artikel anders is bepaald, is niemand anders aansprakelijk voor kernschade veroorzaakt door een kernongeval; deze bepaling laat echter onverlet de toepassing van internationale overeenkomsten op het gebied van het vervoer, die op de datum van dit Verdrag van kracht zijn of open staan ter ondertekening, bekrachtiging of toetreding.
c
i.
Dit Verdrag laat onverlet de aansprakelijkheid van:
- 1.
natuurlijke personen voor kernschade veroorzaakt door een kernongeval waarvoor de exploitant krachtens artikel 3 a of artikel 9, niet aansprakelijk is overeenkomstig dit Verdrag en welke het gevolg is van een handelen of nalaten van die natuurlijke personen met het opzet schade te veroorzaken;
- 2.
de persoon die bevoegd is een reactor te exploiteren, welke deel uitmaakt van een vervoermiddel, voor kernschade veroorzaakt door een kernongeval wanneer ingevolge artikel 4a iii of b iii geen exploitant voor die schade aansprakelijk is.
ii.
De exploitant is niet buiten dit Verdrag om aansprakelijk voor kernschade veroorzaakt door een kernongeval.
(d)
Iedere persoon die met betrekking tot door een kernongeval veroorzaakte kernschade schadevergoeding heeft betaald krachtens een in lid (b) van dit artikel bedoelde internationale overeenkomst of krachtens de wetgeving van een niet-Verdragsluitende Staat, verkrijgt bij subrogatie de rechten ingevolge dit Verdrag van de persoon die kernschade heeft geleden en aan wie hij die schadevergoeding heeft betaald, tot het bedrag dat hij heeft betaald.
e.
Indien de exploitant aantoont dat de kernschade geheel of gedeeltelijk het gevolg is van hetzij grove nalatigheid van de persoon die de schade lijdt of van een handelen of nalaten van die persoon met het opzet schade te veroorzaken, kan de bevoegde rechter, indien het nationale recht daarin voorziet, de exploitant geheel of gedeeltelijk ontslaan van zijn verplichting schadevergoeding te betalen ter zake van de door die persoon geleden schade.
(f)
De exploitant heeft slechts recht van verhaal:
- (i)
indien de door een kernongeval veroorzaakte kernschade het gevolg is van een handelen of nalaten met het opzet kernschade te veroorzaken, op de natuurlijke persoon die met dat opzet heeft gehandeld of nagelaten heeft te handelen;
- (ii)
indien en voor zover dit uitdrukkelijk bij overeenkomst is bepaald.
g.
Indien de exploitant ingevolge lid f van dit artikel recht van verhaal heeft op een persoon, kan deze persoon niet in dezelfde mate rechten ingevolge lid d van dit artikel doen gelden op de exploitant.
(h)
Indien bepalingen van regelingen betreffende nationale of andere openbare ziektekostenverzekering, sociale zekerheid, arbeidsongevallen- of beroepsziekteverzekering, mede voorzien in vergoeding van kernschade veroorzaakt door een kernongeval, worden de aanspraken van rechthebbenden uit hoofde van die regelingen, alsmede het verhaalsrecht op grond van die regelingen, vastgesteld bij de wet van de Verdragsluitende Partij of in de voorschriften van de intergouvernementele organisatie die bedoelde regelingen heeft ingesteld.