Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/53/EU harmonisatie wetgevingen van lidstaten inzake het op de markt aanbieden van radioapparatuur en intrekking Richtlijn 1999/5/EG
Artikel 34 Operationele verplichtingen van aangemelde instanties
Geldend
Geldend vanaf 11-06-2014
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 153 (uitgifte: 22-05-2014, regelingnummer: 2014/53/EU)
- Inwerkingtreding
11-06-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 153 (uitgifte: 22-05-2014, regelingnummer: 2014/53/EU)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Aangemelde instanties voeren conformiteitsbeoordelingen uit volgens de conformiteitsbeoordelingsprocedures in de bijlagen III en IV.
2.
De conformiteitsbeoordelingen worden op evenredige wijze uitgevoerd, waarbij voorkomen wordt de marktdeelnemers onnodig te belasten. De conformiteitsbeoordelingsinstantie houdt bij de uitoefening van haar activiteiten naar behoren rekening met de omvang van een onderneming, de sector waarin zij actief is, haar structuur, de mate van complexiteit van de radioapparatuurtechnologie in kwestie en het massa- of seriële karakter van het productieproces.
Hierbij eerbiedigt zij echter de striktheid en het beschermingsniveau die nodig zijn opdat de radioapparatuur aan deze richtlijn voldoet.
3.
Wanneer een aangemelde instantie vaststelt dat een fabrikant niet heeft voldaan aan de essentiële eisen van artikel 3 of aan de overeenkomstige geharmoniseerde normen of andere technische specificaties, verlangt zij van die fabrikant dat hij passende corrigerende maatregelen neemt en verleent zij geen certificaat van EU-typeonderzoek of een kwaliteitssysteemgoedkeuring.
4.
Wanneer een aangemelde instantie bij het toezicht op de conformiteit na verlening van een certificaat van EU-typeonderzoek of een kwaliteitssysteemgoedkeuring vaststelt dat de radioapparatuur niet meer conform is, verlangt zij van de fabrikant dat hij passende corrigerende maatregelen neemt; zo nodig schorst zij het certificaat van EU-typeonderzoek of de kwaliteitssysteemgoedkeuring of trekt zij deze in.
5.
Wanneer geen corrigerende maatregelen worden genomen of de genomen maatregelen niet het vereiste effect hebben, worden de certificaten van EU-typeonderzoek of de kwaliteitssysteemgoedkeuringen door de aangemelde instantie naargelang het geval beperkt, geschorst of ingetrokken.