Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/53/EU harmonisatie wetgevingen van lidstaten inzake het op de markt aanbieden van radioapparatuur en intrekking Richtlijn 1999/5/EG
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 11-06-2014
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 153 (uitgifte: 22-05-2014, regelingnummer: 2014/53/EU)
- Inwerkingtreding
11-06-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 153 (uitgifte: 22-05-2014, regelingnummer: 2014/53/EU)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Ondernemingsrecht / Economische ordening
(Voor de EER relevante tekst)
Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van radioapparatuur en tot intrekking van Richtlijn 1999/5/EG
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (1),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) is meermaals ingrijpend gewijzigd. Aangezien nieuwe wijzigingen noodzakelijk zijn, moet deze richtlijn ter wille van de duidelijkheid worden vervangen.
- (2)
Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad (4) stelt regels vast inzake de accreditatie van conformiteitsbeoordelingsinstanties, verschaft een kader voor het markttoezicht op producten en voor de controle van producten uit derde landen, en voorziet in de algemene beginselen inzake CE-markering.
- (3)
Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) stelt gemeenschappelijke beginselen en referentiebepalingen vast die bedoeld zijn om in alle sectorale wetgeving te worden toegepast, zodat een coherente basis voor de herziening of herschikking van die wetgeving wordt gelegd. Richtlijn 1999/5/EG moet derhalve aan dat besluit worden aangepast.
- (4)
De in Richtlijn 1999/5/EG vastgestelde essentiële eisen die relevant zijn voor eindapparatuur met vaste lijnen, d.w. z. ervoor zorgen dat de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van personen en huisdieren, de bescherming van goederen en een passend niveau van elektromagnetische compatibiliteit, zijn op adequate wijze vervat in Richtlijn 2014/35/EU van het Europees Parlement en de Raad (6) en Richtlijn 2014/30/EU van het Europees Parlement en de Raad (7). Deze richtlijn hoeft dan ook niet te gelden voor eindapparatuur met vaste lijnen.
- (5)
De concurrentieproblemen op de markt voor eindapparatuur zijn op adequate wijze geregeld bij Richtlijn 2008/63/EG van de Commissie (8), met name door de verplichting voor de nationale regelgevende instanties om ervoor te zorgen dat de technische specificaties van de interfaces voor toegang tot het netwerk worden gepubliceerd. Daarom is het niet nodig in deze richtlijn voorschriften van Richtlijn 2008/63/EG op te nemen om de concurrentie op de markt voor eindapparatuur te vergemakkelijken.
- (6)
Apparatuur die intentioneel radiogolven uitzendt of ontvangt ten behoeve van radiocommunicatie of radiodeterminatie, maakt systematisch gebruik van het radiospectrum. Om ervoor te zorgen dat het radiospectrum efficiënt wordt gebruikt en aldus schadelijke interferentie wordt voorkomen, moet al deze apparatuur onder het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen.
- (7)
De in Richtlijn 2014/35/EU vastgestelde doelstellingen met betrekking tot eisen op het gebied van veiligheid zijn toereikend om te gelden voor radioapparatuur, en daarom moeten zij de referentie zijn en krachtens deze richtlijn toepasselijk worden gemaakt. Om onnodige doublures van andere bepalingen dan deze betreffende dergelijke eisen te vermijden, mag Richtlijn 2014/35/EU niet gelden voor radioapparatuur.
- (8)
De bij Richtlijn 2014/30/EU vastgestelde essentiële eisen op het gebied van elektromagnetische compatibiliteit zijn toereikend om te gelden voor radioapparatuur, en daarom moeten zij de referentie zijn en krachtens deze richtlijn toepasselijk worden gemaakt. Om onnodige doublures van andere bepalingen dan deze betreffende de essentiële eisen te vermijden, mag Richtlijn 2014/30/EU niet gelden voor radioapparatuur.
- (9)
Deze richtlijn moet van toepassing zijn op alle leveringsvormen, inclusief verkoop op afstand.
- (10)
Om ervoor te zorgen dat radioapparatuur effectief gebruik maakt van het radiospectrum en het efficiënte gebruik van het radiospectrum ondersteunt, moet zij als volgt geconstrueerd zijn: een zender die naar behoren wordt geïnstalleerd en onderhouden en voor het beoogde doel wordt gebruikt, brengt radiogolven voort die geen schadelijke interferentie veroorzaken, terwijl door de zender voortgebrachte ongewenste uitzendingen van radiogolven (bv. in aangrenzende kanalen) die een negatieve invloed op de doelstellingen van het radiospectrumbeleid kunnen hebben, tot zulk een niveau moeten worden beperkt dat volgens de laatste stand van de techniek schadelijke interferentie wordt voorkomen. Een ontvanger heeft een zodanig prestatieniveau dat hij overeenkomstig zijn bestemming kan functioneren en beschermd is tegen het gevaar van schadelijke interferentie, met name van gedeelde of aangrenzende kanalen, en aldus verbeteringen in het efficiënte gebruik van gedeelde of aangrenzende kanalen ondersteunt.
- (11)
Hoewel ontvangers zelf geen schadelijke interferentie veroorzaken, zijn de ontvangstprestaties een factor van toenemend belang om ervoor te zorgen dat het radiospectrum efficiënt wordt gebruikt, en wel door middel van ontvangers die beter bestand zijn tegen schadelijke interferentie en ongewenste signalen op basis van de toepasselijke essentiële eisen van de harmonisatiewetgeving van de Unie.
- (12)
Interactie met andere apparatuur via netwerken en aansluiting op interfaces van het geschikte type in de gehele Unie zijn in sommige gevallen noodzakelijk. Interoperabiliteit tussen radioapparatuur en accessoires zoals opladers vereenvoudigt het gebruik van radioapparatuur en vermindert de hoeveelheid onnodig afval en de kosten. Nieuwe inspanningen zijn nodig om een universele lader te ontwikkelen voor bepaalde categorieën of klassen radioapparatuur, met name ten voordele van de consumenten en andere eindgebruikers; daarom moet deze richtlijn specifieke eisen op dat vlak bevatten. Met name mobiele telefoons die op de markt worden aangeboden moeten compatibel zijn met een universele lader.
- (13)
De bescherming van de persoonsgegevens en de privacy van de gebruikers en van de abonnees van radioapparatuur en de bescherming tegen fraude kunnen worden verbeterd door middel van specifieke kenmerken van radioapparatuur. Radioapparatuur moet daarom in passende gevallen op zodanige wijze worden ontworpen dat zij die kenmerken ondersteunt.
- (14)
Radioapparatuur kan een rol spelen bij het verlenen van toegang tot nooddiensten. Radioapparatuur moet daarom in passende gevallen op zodanige wijze worden ontworpen dat zij de voor toegang tot die diensten vereiste mogelijkheden ondersteunt.
- (15)
Radioapparatuur is belangrijk voor het welzijn en de werkgelegenheid van gehandicapten, die een groot en groeiend deel van de bevolking van de lidstaten vormen. Radioapparatuur moet daarom in passende gevallen op zodanige wijze worden ontworpen dat gehandicapten er zonder of slechts met minimale aanpassingen gebruik van kunnen maken.
- (16)
De conformiteit van sommige categorieën radioapparatuur met de essentiële eisen van deze richtlijn kan in het gedrang komen door de toevoeging van software of de wijziging van de erin aanwezige software. De gebruiker, de radioapparatuur of een derde mag alleen software in de radioapparatuur kunnen laden als dat daarna de conformiteit van die radioapparatuur met de toepasselijke essentiële eisen niet in het gedrang brengt.
- (17)
Ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-essentiële onderdelen van deze verordening moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) handelingen vast te stellen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet er bij de voorbereiding en opstelling van gedelegeerde handelingen voor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.
- (18)
Om effectief in te spelen op de behoeften inzake interoperabiliteit, de bescherming van persoonsgegevens en de privacy van de gebruiker en van de abonnee, bescherming tegen fraude, toegang tot nooddiensten, gebruik door gebruikers met een handicap of het tegengaan van niet-conforme combinaties van radioapparatuur met software, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ten aanzien van de specificatie van categorieën of klassen van radioapparatuur die moeten voldoen aan een of meer van de aanvullende essentiële eisen van deze richtlijn om in de bedoelde behoeften te voorzien.
- (19)
De verificatie van de conformiteit van radioapparatuur in combinatie met software mag niet worden misbruikt om het gebruik ervan met door onafhankelijke partijen aangeboden software te voorkomen. De beschikbaarheid voor overheidsinstanties, fabrikanten en gebruikers, van informatie over de conformiteit van voorgenomen combinaties van radioapparatuur en software moet bijdragen tot het vergemakkelijken van de concurrentie. Teneinde deze doelstellingen te verwezenlijken, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ten aanzien van de specificatie van categorieën of klassen van radioapparatuur waarvoor de fabrikanten informatie over de conformiteit van voorgenomen combinaties van radioapparatuur en software met de essentiële eisen van deze richtlijn moeten verstrekken.
- (20)
De verplichting om in de handel te brengen radioapparatuur in een centraal systeem te registreren kan de efficiëntie en de effectiviteit van het markttoezicht vergroten en er aldus toe bijdragen een hoog niveau van naleving van deze richtlijn te garanderen. Een dergelijke verplichting brengt voor de marktdeelnemers extra lasten mee en mag dan ook alleen voor die categorieën radioapparatuur worden ingesteld waarvoor geen hoog nalevingsniveau werd bereikt. Teneinde de toepassing van een dergelijke verplichting te garanderen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ten aanzien van de specificatie van de categorieën radioapparatuur die de fabrikanten in een centraal systeem moeten registreren, en van de te verstrekken technische documentatie, op basis van de door de lidstaten te verstrekken informatie over de conformiteit van de radioapparatuur en na een evaluatie van het risico dat de essentiële eisen niet worden toegepast.
- (21)
Radioapparatuur die aan de toepasselijke essentiële eisen voldoet, moet in het vrije verkeer kunnen worden gebracht. Deze apparatuur moet voor het beoogde doel in gebruik kunnen worden genomen en worden gebruikt, in voorkomend geval overeenkomstig voorschriften inzake machtigingen voor het gebruik van het radiospectrum en de verlening van de desbetreffende dienst.
- (22)
Om onnodige belemmeringen voor de handel in radioapparatuur in de interne markt te voorkomen, moeten de lidstaten op grond van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad (9) de andere lidstaten en de Commissie in kennis stellen van hun ontwerpen op het gebied van technische voorschriften, zoals radio-interfaces, tenzij deze technische voorschriften de lidstaten in staat stellen te voldoen aan bindende handelingen van de Unie zoals besluiten van de Commissie betreffende het geharmoniseerde gebruik van het radiospectrum vastgesteld op grond van Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad (10), of indien zij betrekking hebben op radioapparatuur die zonder beperkingen in de Unie in gebruik genomen en gebruikt kan worden.
- (23)
Door de verstrekking van informatie over de gelijkwaardigheid van gereguleerde radio-interfaces en de gebruiksvoorwaarden ervan worden de belemmeringen voor de toegang van radioapparatuur tot de interne markt beperkt. Daarom moet de Commissie de gelijkwaardigheid van gereguleerde radio-interfaces beoordelen en vaststellen en deze informatie in de vorm van klassen van radioapparatuur beschikbaar stellen.
- (24)
Overeenkomstig Beschikking 2007/344/EG van de Commissie (11) moeten de lidstaten gebruikmaken van het Frequency Information System (EFIS) van het Europees Bureau voor Communicatie (European Communications Office — ECO) om via het internet vergelijkbare informatie over het radiospectrumgebruik in elke lidstaat beschikbaar te stellen. De fabrikanten kunnen in EFIS frequentie-informatie voor alle lidstaten opzoeken voordat zij radioapparatuur in de handel brengen; zo kunnen zij nagaan of en onder welke voorwaarden deze radioapparatuur in elke lidstaat kan worden gebruikt. Daarom hoeven in deze richtlijn geen aanvullende bepalingen te worden opgenomen, bijvoorbeeld betreffende voorafgaande kennisgeving, om ervoor te zorgen dat de fabrikanten worden ingelicht over de gebruiksvoorwaarden van radioapparatuur waarvoor niet-geharmoniseerde frequentiebanden worden gebruikt.
- (25)
Met het oog op de bevordering van onderzoeks- en demonstratieactiviteiten moet het mogelijk zijn om in het kader van handelsbeurzen, tentoonstellingen en soortgelijke evenementen radioapparatuur te tonen die niet aan deze richtlijn voldoet en niet in de handel kan worden gebracht, op voorwaarde dat voldoende informatie is verstrekt aan de bezoekers.
- (26)
De marktdeelnemers moeten de verantwoordelijkheid dragen voor de conformiteit van radioapparatuur met deze richtlijn, overeenkomstig de respectieve rol die zij in de toeleveringsketen vervullen, teneinde te zorgen voor een hoog niveau van bescherming van de gezondheid en de veiligheid van personen en huisdieren, en bescherming van goederen, een passend niveau van elektromagnetische compatibiliteit, een effectief en efficiënt gebruik van het radiospectrum, en zo nodig een hoge mate van bescherming van andere algemene belangen, en teneinde eerlijke concurrentie op de markt van de Unie te waarborgen.
- (27)
Alle marktdeelnemers die een rol vervullen in de toeleverings- en distributieketen moeten passende maatregelen nemen om te waarborgen dat zij uitsluitend radioapparatuur op de markt aanbieden die aan deze richtlijn voldoet. Er moet worden gezorgd voor een duidelijke en evenredige verdeling van de verplichtingen overeenkomstig de rol van alle marktdeelnemers in de toeleverings- en distributieketen.
- (28)
Om de communicatie tussen marktdeelnemers, markttoezichtautoriteiten en consumenten te vergemakkelijken, moeten de lidstaten de marktdeelnemers ertoe aansporen om naast hun postadres ook een webadres te vermelden.
- (29)
De fabrikant, die op de hoogte is van de details van het ontwerp- en productieproces, is in de beste positie om de conformiteitsbeoordelingsprocedure uit te voeren. De verplichting een conformiteitsbeoordeling uit te voeren, moet daarom uitsluitend op de fabrikant blijven rusten.
- (30)
De fabrikant moet voldoende informatie over het beoogde gebruik van de radioapparatuur verstrekken zodat deze conform de essentiële eisen kan worden gebruikt. Het kan nodig zijn dat deze informatie een beschrijving van accessoires zoals antennes en van onderdelen zoals software, en specificaties van het installatieproces van de radioapparatuur omvat.
- (31)
Gebleken is dat het in Richtlijn 1999/5/EG gestelde voorschrift dat een EU-conformiteitsverklaring bij de apparatuur moet worden gevoegd, heeft gezorgd voor een vereenvoudiging en verbetering van de informatie en voor een grotere efficiëntie van het markttoezicht. Dankzij de mogelijkheid om een vereenvoudigde EU-conformiteitsverklaring te verstrekken, konden de aan dit voorschrift verbonden lasten worden verminderd zonder dat het daardoor minder doeltreffend werd; in deze richtlijn moet daarom in die mogelijkheid worden voorzien. Bovendien moet het mogelijk zijn een EU-conformiteitsverklaring, met inbegrip van een vereenvoudigde EU-conformiteitsverklaring, op de verpakking van de betrokken radioapparatuur aan te brengen om ze gemakkelijk en efficiënt toegankelijk te maken.
- (32)
Er moet worden gewaarborgd dat radioapparatuur die vanuit derde landen inde Unie in de handel wordt gebracht, aan deze richtlijn voldoet, en met name dat de fabrikanten adequate conformiteitsbeoordelingsprocedures met betrekking tot deze radioapparatuur hebben uitgevoerd. Daarom moet worden bepaald dat importeurs erop toezien dat de radioapparatuur die zij in de handel brengen aan de eisen van deze richtlijn voldoet en dat zij geen radioapparatuur in de handel brengen die niet aan deze eisen voldoet of een risico inhoudt. Er moet eveneens worden bepaald dat importeurs erop toezien dat er conformiteitsbeoordelingsprocedures zijn uitgevoerd en dat de markering van radioapparatuur en de door de fabrikanten opgestelde documenten beschikbaar zijn voor inspectie door de bevoegde nationale autoriteiten.
- (33)
Wanneer importeurs radioapparatuur in de handel brengen, moeten zij hun naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerde merknaam en het postadres waarop contact met hen kan worden opgenomen op de radioapparatuur vermelden. Er dient te worden voorzien in uitzonderingen hierop wanneer dit door de omvang of aard van de radioapparatuur niet mogelijk is. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de importeur de verpakking zou moeten openen om zijn naam en adres op de radioapparatuur te vermelden.
- (34)
De distributeur biedt radioapparatuur op de markt aan nadat zij door de fabrikant of de importeur in de handel is gebracht, en hij moet de nodige zorgvuldigheid betrachten om te waarborgen dat de wijze waarop hij met de radioapparatuur omgaat geen negatieve invloed heeft op de conformiteit van de radioapparatuur.
- (35)
Wanneer een marktdeelnemer radioapparatuur onder zijn eigen naam of merknaam in de handel brengt of radioapparatuur zodanig wijzigt dat de conformiteit met deze richtlijn in het gedrang kan komen, moet hij als fabrikant worden beschouwd en de verplichtingen van de fabrikant op zich nemen.
- (36)
Omdat distributeurs en importeurs dicht bij de markt staan, moeten zij worden betrokken bij de markttoezichttaken van de bevoegde nationale autoriteiten en moeten zij bereid zijn actief medewerking te verlenen door die autoriteiten alle nodige informatie over de desbetreffende radioapparatuur te verstrekken.
- (37)
Het markttoezicht wordt eenvoudiger en efficiënter wanneer gewaarborgd wordt dat radioapparatuur in de hele toeleveringsketen traceerbaar is. Een efficiënt traceringssysteem verlicht de taak van de markttoezichtautoriteiten wanneer zij marktdeelnemers moeten opsporen die niet-conforme radioapparatuur op de markt hebben aangeboden. Van de marktdeelnemers mag niet gevraagd worden dat, wanneer zij de bij deze richtlijn voorgeschreven gegevens voor de identificatie van andere marktdeelnemers bewaren, zij die gegevens bijwerken voor wat betreft andere marktdeelnemers die radioapparatuur aan hen hebben geleverd of aan wie zij radioapparatuur hebben geleverd.
- (38)
Deze richtlijn moet beperkt blijven tot het formuleren van essentiële eisen. Om de beoordeling van de conformiteit met die eisen te vergemakkelijken, moet worden voorzien in een vermoeden van conformiteit voor radioapparatuur die voldoet aan geharmoniseerde normen die overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en van de Raad (12) worden vastgesteld met het doel voor die eisen gedetailleerde technische specificaties te formuleren.
- (39)
Verordening (EU) nr. 1025/2012 voorziet in een procedure voor bezwaren tegen geharmoniseerde normen die niet volledig aan de eisen van deze richtlijn voldoen.
- (40)
Er moet worden gezorgd voor conformiteitsbeoordelingsprocedures waarmee marktdeelnemers kunnen aantonen en de bevoegde autoriteiten kunnen waarborgen dat op de markt aangeboden radioapparatuur aan de essentiële eisen voldoet. Besluit nr. 768/2008/EG stelt modules voor conformiteitsbeoordelingsprocedures vast, uiteenlopend van de minst tot de meest stringente procedure, afhankelijk van de hoogte van het risico en het vereiste veiligheidsniveau. Om voor coherentie tussen de sectoren te zorgen en ad-hocvarianten te voorkomen, moeten conformiteitsbeoordelingsprocedures uit die modules worden gekozen.
- (41)
Fabrikanten moeten een EU-conformiteitsverklaring opstellen waarin zij de bij deze richtlijn voorgeschreven informatie verstrekken over de conformiteit van de radioapparatuur met de eisen van deze richtlijn en die van andere relevante harmonisatiewetgeving van de Unie.
- (42)
Om effectieve toegang tot informatie voor markttoezichtdoeleinden te waarborgen, moet de informatie die vereist is om alle toepasselijke handelingen van de Unie te identificeren in één EU-conformiteitsverklaring beschikbaar zijn. Om de administratieve lasten voor de marktdeelnemers te verkleinen, mag die EU-conformiteitsverklaring bestaan uit een dossier van afzonderlijke relevante conformiteitsverklaringen.
- (43)
De CE-markering, waarmee de conformiteit van radioapparatuur wordt aangegeven, is de zichtbare uitkomst van een uitgebreid proces van conformiteitsbeoordeling in brede zin. In Verordening (EG) nr. 765/2008 zijn algemene beginselen betreffende de CE-markering vastgesteld. In deze richtlijn moeten voorschriften betreffende het aanbrengen van de CE-markering worden vastgesteld.
- (44)
Het voorschrift om de CE-markering op producten aan te brengen, is belangrijk voor de voorlichting van consumenten en overheidsinstanties. Dankzij de mogelijkheid vastgesteld bij Richtlijn 1999/5/EG om op kleine apparatuur een kleinere CE-markering aan te brengen, mits deze zichtbaar en leesbaar blijft, kon de toepassing van dit voorschrift worden vereenvoudigd zonder dat het daardoor minder doeltreffend werd; daarom moet in deze richtlijn in die mogelijkheid worden voorzien.
- (45)
Gebleken is dat het in Richtlijn 1999/5/EG gestelde voorschrift om de CE-markering op de verpakking van apparatuur aan te brengen, de markttoezichtstaak heeft vereenvoudigd; daarom moet dit voorschrift in deze richtlijn worden opgenomen.
- (46)
De lidstaten moeten passende maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat radioapparatuur slechts op de markt kan worden aangeboden indien zij, wanneer zij op passende wijze wordt geïnstalleerd en onderhouden en overeenkomstig haar bestemming wordt gebruikt, voldoet aan de essentiële eisen van deze richtlijn, en in het geval van de essentiële eis om te zorgen voor de bescherming van de gezondheid en veiligheid van personen en huisdieren en voor de bescherming van goederen, ook onder gebruiksomstandigheden die redelijkerwijs te voorzien zijn. Radioapparatuur mag slechts als niet in overeenstemming met die essentiële eis worden beschouwd, als deze wordt gebruikt in omstandigheden die redelijkerwijs te voorzien zijn, dat wil zeggen gebruik dat het gevolg zou kunnen zijn van rechtmatig en gemakkelijk voorspelbaar menselijk gedrag.
- (47)
Gezien de snelle technologische veranderingen in de richting van een papierloze omgeving, waar radioapparatuur is uitgerust met een geïntegreerd beeldscherm, moet de Commissie, als onderdeel van de evaluatie van de werking van deze richtlijn, onderzoeken of het haalbaar is de eisen betreffende het aanbrengen van de naam, de geregistreerde handelsnaam of de geregistreerde merknaam van de fabrikant en één enkele plaats of het postadres waarop contact met hem kan worden opgenomen, de CE-markering en de EU-conformiteitsverklaring te vervangen door hetzij een functie waarbij deze informatie bij het opstarten van de radioapparatuur automatisch wordt weergegeven of een functie waarbij de eindgebruiker kan kiezen of de desbetreffende informatie wordt weergegeven. Voorts moet de Commissie, in het kader van dit haalbaarheidsonderzoek, ook in overweging nemen of op het geïntegreerde beeldscherm van radioapparatuur waarin een niet-opgeladen batterij ingebouwd is, een verwijderbaar doorzichtig etiket met de vermelde informatie kan worden aangebracht.
- (48)
Bij sommige in deze richtlijn beschreven conformiteitsbeoordelingsprocedures spelen conformiteitsbeoordelingsinstanties, die door de lidstaten bij de Commissie worden aangemeld, een rol.
- (49)
De ervaring heeft geleerd dat de in Richtlijn 1999/5/EG vastgestelde criteria waaraan conformiteitsbeoordelingsinstanties moeten voldoen om bij de Commissie aangemeld te kunnen worden, ontoereikend zijn om een uniform hoog prestatieniveau van aangemelde instanties in de hele Unie te waarborgen. Het is echter essentieel dat alle aangemelde instanties hun functie op hetzelfde niveau en onder eerlijke concurrentievoorwaarden uitoefenen. Hiertoe moeten verplichte eisen worden vastgesteld voor conformiteitsbeoordelingsinstanties die willen worden aangemeld met het oog op het verlenen van conformiteitsbeoordelingsdiensten.
- (50)
Als een conformiteitsbeoordelingsinstantie aantoont dat zij voldoet aan de in geharmoniseerde normen vastgestelde criteria, dient zij te worden geacht te voldoen aan de overeenkomstige eisen van deze richtlijn.
- (51)
Om bij de uitvoering van de conformiteitsbeoordeling een consistent kwaliteitsniveau te kunnen waarborgen, moeten ook eisen worden vastgesteld voor de aanmeldende autoriteiten en andere instanties die bij de beoordeling en aanmelding van en bij het toezicht op aangemelde instanties betrokken zijn.
- (52)
Het in deze richtlijn beschreven systeem moet worden aangevuld met het accreditatiesysteem van Verordening (EG) nr. 765/2008. Omdat accreditatie een essentieel middel is om te controleren of de conformiteitsbeoordelingsinstanties bekwaam zijn, moet accreditatie ook bij aanmelding worden gebruikt.
- (53)
Transparante accreditatie, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 765/2008, die het noodzakelijke niveau van vertrouwen in conformiteitscertificaten waarborgt, moet door de nationale autoriteiten in de hele Unie worden beschouwd als het geprefereerde middel waarmee de technische bekwaamheid van conformiteitsbeoordelingsinstanties kan worden aangetoond. De nationale autoriteiten kunnen evenwel van oordeel zijn dat zij over de passende middelen beschikken om die beoordeling zelf uit te voeren. In dat geval moeten zij, om te waarborgen dat de door andere nationale autoriteiten uitgevoerde evaluaties voldoende geloofwaardig zijn, aan de Commissie en de andere lidstaten het nodige bewijsmateriaal overleggen waaruit blijkt dat de geëvalueerde conformiteitsbeoordelingsinstanties aan de relevante regelgevingseisen voldoen.
- (54)
Conformiteitsbeoordelingsinstanties besteden vaak een deel van hun conformiteitsbeoordelingsactiviteiten uit of doen een beroep op een dochteronderneming. Om het beschermingsniveau te kunnen garanderen dat nodig is voor radioapparatuur die in de Unie in de handel wordt gebracht, is het essentieel dat onderaannemers en dochterondernemingen bij de uitvoering van conformiteitsbeoordelingstaken aan dezelfde eisen voldoen als aangemelde instanties. Daarom is het belangrijk dat ook de activiteiten die door onderaannemers en dochterondernemingen worden verricht, worden betrokken in de beoordeling van de bekwaamheid en de prestaties van instanties die worden aangemeld en in het toezicht op reeds aangemelde instanties.
- (55)
De aanmeldingsprocedure moet efficiënter en transparanter worden, en met name worden aangepast aan nieuwe technologie, zodat de aanmelding online kan worden verricht.
- (56)
Aangezien aangemelde instanties hun diensten in de gehele Unie kunnen aanbieden, moeten de andere lidstaten en de Commissie in staat worden gesteld bezwaren in te brengen tegen een aangemelde instantie. Daarom is het belangrijk te voorzien in een termijn waarbinnen twijfels of bedenkingen omtrent de bekwaamheid van conformiteitsbeoordelingsinstanties kunnen worden weggenomen alvorens zij als aangemelde instantie gaan functioneren.
- (57)
Uit concurrentieoogpunt is het cruciaal dat de aangemelde instanties bij de toepassing van de conformiteitsbeoordelingsmodules geen onnodige lasten voor marktdeelnemers creëren. Bij de technische toepassing van de conformiteitsbeoordelingsprocedures moet om dezelfde reden worden gezorgd voor consistentie, zodat de marktdeelnemers gelijk worden behandeld. Dit kan het best worden bereikt door passende coördinatie en samenwerking tussen de aangemelde instanties.
- (58)
Om rechtszekerheid te waarborgen, moet duidelijk worden gemaakt dat de in Verordening (EG) nr. 765/2008 vastgestelde voorschriften inzake markttoezicht in de Unie en controle van producten die de markt van de Unie binnenkomen, op onder deze richtlijn vallende radioapparatuur van toepassing zijn. Deze richtlijn mag de lidstaten niet beletten te kiezen welke autoriteiten voor de uitvoering van die taken bevoegd zijn.
- (59)
In Richtlijn 1999/5/EG is al een vrijwaringsprocedure opgenomen, die uitsluitend wordt toegepast wanneer de lidstaten het niet eens zijn over door een lidstaat genomen maatregelen. Om de transparantie te vergroten en tijdverlies te beperken, moet de bestaande vrijwaringsprocedure worden verbeterd teneinde deze efficiënter te maken en van de deskundigheid in de lidstaten te profiteren.
- (60)
De op grond van Beschikking nr. 676/2002/EG door de Commissie vastgestelde besluiten kunnen voorwaarden met betrekking tot de beschikbaarheid en het efficiënte gebruik van het radiospectrum omvatten waardoor het totale aantal in gebruik genomen radiotoestellen kan worden beperkt, zoals een uiterste gebruiksdatum, een maximale penetratiegraad of een maximumaantal radiotoestellen in elke lidstaat of in de Unie. Dankzij deze voorwaarden kan de markt worden opengesteld voor nieuwe radioapparatuur en tegelijk het risico worden beperkt dat door een te groot aantal in gebruik genomen radiotoestellen schadelijke interferentie optreedt, ook al voldoet deze apparatuur individueel aan de essentiële eisen van deze richtlijn. Bij overtreding van deze voorwaarden kan een risico met betrekking tot de essentiële eisen ontstaan, met name een risico op schadelijke interferentie.
- (61)
Het bestaande systeem moet worden aangevuld met een procedure om belanghebbenden te informeren over voorgenomen maatregelen tegen radioapparatuur die een risico meebrengt voor de gezondheid of de veiligheid van personen of voor andere aspecten van de bescherming van het openbaar belang waarop deze richtlijn betrekking heeft. Deze procedure moet ook markttoezichtautoriteiten in staat stellen samen met de betrokken marktdeelnemers in een vroeger stadium tegen dergelijke apparatuur op te treden.
- (62)
Indien de lidstaten en de Commissie het eens zijn dat een maatregel van een lidstaat gerechtvaardigd is, is nadere betrokkenheid van de Commissie hierbij niet nodig, behalve wanneer de niet-conformiteit kan worden toegeschreven aan tekortkomingen van een geharmoniseerde norm.
- (63)
Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze richtlijn te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (13).
- (64)
Voor de vaststelling van uitvoeringshandelingen waarbij wordt bepaald hoe informatie moet worden verstrekt in geval van beperkingen betreffende de ingebruikneming of van bestaande voorschriften voor machtiging tot het gebruik en waarbij de aanmeldende lidstaat wordt verzocht de nodige corrigerende maatregelen te nemen met betrekking tot een aangemelde instantie die niet of niet meer aan de aanmeldingseisen voldoet, moet de raadplegingsprocedure worden toegepast.
- (65)
Voor de vaststelling van uitvoeringshandelingen: om te bepalen of bepaalde categorieën elektrische of elektronische producten aan de definitie van ‘radioapparatuur’ beantwoorden; om operationele voorschriften vast te stellen om de informatie over de conformiteit beschikbaar te stellen; om operationele voorschriften voor de registratie en de aanbrenging van het registratienummer op de radioapparatuur vast te stellen; en om de gelijkwaardigheid tussen de aangemelde radio-interfaces vast te stellen en een radioapparatuurklasse toe te kennen, moet de onderzoeksprocedure worden toegepast. Deze moet ook worden toegepast met betrekking tot conforme radioapparatuur die een gevaar oplevert voor de gezondheid of veiligheid van personen of voor andere aspecten van de bescherming van het openbaar belang.
- (66)
De Commissie moet onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vaststellen indien dit, in naar behoren gemotiveerde gevallen die verband houden met conforme radioapparatuur die een gevaar oplevert voor de gezondheid of veiligheid van personen, om dwingende redenen van urgentie vereist is.
- (67)
In overeenstemming met de vaste praktijk kan het bij deze richtlijn ingestelde comité overeenkomstig zijn reglement van orde een nuttige rol spelen bij het onderzoeken van kwesties in verband met de toepassing van deze richtlijn die door zijn voorzitter of door een vertegenwoordiger van een lidstaat aan de orde worden gesteld.
- (68)
Wanneer kwesties in verband met deze richtlijn, anders dan de uitvoering ervan of inbreuken erop, onderzocht worden, meer bepaald in een deskundigengroep van de Commissie, moet het Europees Parlement overeenkomstig de bestaande praktijk volledige informatie en documentatie ontvangen, alsook, voor zover passend, een uitnodiging om deze vergaderingen bij te wonen.
- (69)
De Commissie moet, door middel van uitvoeringshandelingen en, gezien het bijzondere karakter ervan, zonder Verordening (EU) nr. 182/2011 toe te passen, bepalen of de maatregelen die de lidstaten hebben getroffen met betrekking tot niet-conforme radioapparatuur gerechtvaardigd zijn of niet.
- (70)
De lidstaten moeten voorschriften vaststellen voor sancties op overtredingen van ingevolge deze richtlijn vastgestelde bepalingen van nationaal recht en ervoor zorgen dat deze voorschriften worden gehandhaafd. De vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
- (71)
Er moet in een overgangsregeling worden voorzien waardoor radioapparatuur die op grond van Richtlijn 1999/5/EG reeds in de handel is gebracht, op de markt kan worden aangeboden en in gebruik kan worden genomen.
- (72)
De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming werd geraadpleegd.
- (73)
Daar de doelstelling van deze richtlijn, namelijk waarborgen dat radioapparatuur op de markt aan de eisen voldoet die een hoog niveau van bescherming van de gezondheid en de veiligheid, een passend niveau van elektromagnetische compatibiliteit, alsook een effectief en effectief gebruik van het radiospectrum ter voorkoming van schadelijke interferentie bieden en tegelijkertijd de goede werking van de interne markt garanderen, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt maar vanwege de omvang en de gevolgen ervan beter op het niveau van de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen vaststellen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.
- (74)
Richtlijn 1999/5/EG moet worden ingetrokken.
- (75)
Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring van 28 september 2011 van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken (14) hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in gerechtvaardigde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van één of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. Met betrekking tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van dergelijke stukken gerechtvaardigd,
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Voetnoten
PB C 133 van 9.5.2013, blz. 58.
Standpunt van het Europees Parlement van 13 maart 2014 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en Besluit van de Raad van 14 april 2014.
Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit (PB L 91 van 7.4.1999, blz. 10).
Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30).
Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 82).
Richtlijn 2014/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (PB L 96 van 29.3.2014, blz. 357).
Richtlijn 2014/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit (PB L 96 van 29.3.2014, blz. 79).
Richtlijn 2008/63/EG van de Commissie van 20 juni 2008 betreffende de mededinging op de markten van telecommunicatie-eindapparatuur (PB L 162 van 21.6.2008, blz. 20).
Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels op het gebied van de informatiemaatschappij (PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37).
Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (radiospectrumbeschikking) (PB L 108 van 24.4.2002, blz. 1).
Beschikking 2007/344/EG van de Commissie van 16 mei 2007 inzake de geharmoniseerde beschikbaarheid van informatie over spectrumgebruik in de Gemeenschap (PB L 129 van 17.5.2007, blz. 67).
Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
PB C 369 van 17.12.2011, blz. 14.