Einde inhoudsopgave
Verdrag van Genève betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd, van 12 Augustus 1949
Artikel 24
Geldend
Geldend vanaf 21-10-1950
- Bronpublicatie:
12-08-1949, Trb. 1951, 75 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-10-1950
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-08-1949, Trb. 1951, 75 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Partijen bij het conflict zullen de nodige maatregelen nemen, opdat kinderen beneden vijftien jaar, die ten gevolge van de oorlog wees zijn geworden of van hun familie zijn gescheiden, niet aan hun lot worden overgelaten en opdat, onder alle omstandigheden, hun verzorging, de vervulling van hun godsdienstplichten en hun opvoeding worden vergemakkelijkt. Hun opvoeding zal, voor zover mogelijk, worden toevertrouwd aan personen van gelijke culturele traditie.
2.
De Partijen bij het conflict zullen de opneming van deze kinderen in een onzijdig land voor de duur van het conflict bevorderen, zulks met toestemming van de beschermende Mogendheid, indien deze bestaat, en mits er voldoende waarborgen zijn, dat de beginselen, omschreven in het eerste lid, in acht zullen worden genomen.
3.
Bovendien zullen zij er naar streven de nodige maatregelen te nemen, opdat alle kinderen beneden twaalf jaar geïdentificeerd kunnen worden, hetzij door het dragen van een identiteitsplaatje, hetzij op andere wijze.