Einde inhoudsopgave
Verdrag van Genève betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd, van 12 Augustus 1949
Artikel 23
Geldend
Geldend vanaf 21-10-1950
- Bronpublicatie:
12-08-1949, Trb. 1951, 75 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-10-1950
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-08-1949, Trb. 1951, 75 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Iedere Hoge Verdragsluitende Partij zal de vrije doorvoer toestaan van alle zendingen van geneeskundige voorraden en ziekenhuisbenodigdheden, alsmede van voorwerpen, nodig voor de eredienst, welke uitsluitend bestemd zijn voor burgers van een andere Hoge Verdragsluitende Partij, zelfs indien deze haar tegenstander is. Zij zal eveneens de vrije doorvoer toestaan van alle zendingen van onontbeerlijke levensmiddelen, kleding en versterkende middelen, bestemd voor kinderen beneden vijftien jaar, zwangere vrouwen en kraamvrouwen.
2.
De verplichting van een Hoge Verdragsluitende Partij om de vrije doorvoer toe te staan van de in het voorgaand lid bedoelde zendingen is onderworpen aan de voorwaarde, dat deze Partij overtuigd is, dat er geen ernstige redenen bestaan te vrezen:
- a.
dat de zendingen zullen worden onttrokken aan haar bestemming,
- b.
dat de contrôle niet doeltreffend zal zijn, of
- c.
dat de vijand daarvan kennelijk profijt zal trekken voor zijn militaire inspanning of zijn economie, door deze zendingen in de plaats te stellen van goederen welke hij anders zelf zou hebben moeten verschaffen of produceren, of door materiaal, productiemiddelen of diensten vrij te maken, welke hij anders zelf zou hebben moeten aanwenden voor de productie van die goederen.
3.
De Mogendheid die de doorvoer van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde zendingen toestaat, mag aan haar toestemming de voorwaarde verbinden, dat de uitdeling aan de begunstigden geschiedt onder het toezicht ter plaatse van de beschermende Mogendheden.
4.
Deze zendingen moeten zo spoedig mogelijk worden doorgezonden en de Mogendheid die de vrije doorvoer daarvan toestaat, heeft het recht de technische regelingen voor te schrijven, waaronder de doorvoer zal worden toegestaan.