Einde inhoudsopgave
Subsidieregeling Verduurzaming voor Verenigingen van Eigenaars
Artikel 11 Aanvraag subsidie voor verduurzamingsmaatregelen, aanvullende energiebesparende maatregelen en het zeer energiezuinig pakket
Geldend
Geldend van 01-01-2024 tot 01-01-2028
- Bronpublicatie:
13-11-2023, Stcrt. 2023, 31141 (uitgifte: 17-11-2023, regelingnummer: 2023-0000667920)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-11-2023, Stcrt. 2023, 31141 (uitgifte: 17-11-2023, regelingnummer: 2023-0000667920)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Energiebesparing
Volkshuisvesting en wonen / Eigenwoningbezit
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
1.
Een aanvraag voor subsidie wordt op grond van artikel 10, eerste en tweede lid, in de periode van 23 januari 2023 tot en met 31 december 2027 ingediend met gebruikmaking van een door de Minister elektronisch beschikbaar gesteld formulier.
2.
Een vereniging kan ten behoeve van een gebouw op grond van artikel 10, eerste en tweede lid, een aanvraag doen voor een subsidie waarvoor:
- a.
op grond van artikel 17, vierde lid, enkel subsidie wordt verstrekt voor het aandeel koopwoningen binnen de vereniging; of
- b.
op grond van artikel 17, vierde lid, subsidie wordt verstrekt voor het aandeel koopwoningen en het aandeel huurwoningen binnen de vereniging. De subsidie die wordt verstrekt ten behoeve van het aandeel huurwoningen binnen de vereniging, kan staatssteun bevatten en gerechtvaardigd worden door inachtneming van de voorwaarden van:
- 1°
- 2°
artikel 38bis van de algemene groepsvrijstellingsverordening; of
- 3°
artikel 41 van de algemene groepsvrijstellingsverordening.
3.
In plaats van de gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel 11, derde lid, van het Kaderbesluit bevat de aanvraag, bedoeld in het tweede lid, in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden:
- a.
gegevens over de aanvrager, waaronder de naam, het post- en bezoekadres, het e-mailadres, het telefoonnummer, het rekeningnummer, het nummer waaronder de onderneming is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel en gegevens over de contactpersoon bij de aanvrager;
- b.
het adres of de kadastrale aanduiding van het gebouw of de groep van gebouwen ten behoeve waarvan subsidie wordt aangevraagd of, in het geval het een aanvraag voor een monument betreft, een verklaring dat het gebouw waarvoor subsidie wordt aangevraagd een monument is;
- c.
de meldcode van de investering, en indien er geen meldcode beschikbaar is gesteld, een omschrijving van de investering;
- d.
het aantal appartementen in het gebouw;
- e.
als het een vereniging betreft waarvan niet alle leden eigenaar-bewoner zijn, een opgave van het als percentage uitgedrukte aandeel appartements- of woonrechten in de vereniging van de leden die eigenaar-bewoner zijn, zulks gerelateerd aan het gebouw ten behoeve waarvan de subsidie wordt aangevraagd;
- f.
indien van toepassing, de vermelding dat de aanvraag een subsidie voor een zeer energiezuinig pakket betreft;
- g.
als het een vereniging betreft waarvan niet alle leden eigenaar-bewoner zijn, het aantal appartementen in het gebouw dat koopwoning is;
- h.
het bankrekeningnummer waarop het subsidiebedrag dient te worden overgemaakt;
- i.
een afschrift van een rechtsgeldig besluit waaruit blijkt dat:
- 1°
de vergadering van eigenaars of de algemene ledenvergadering van de vereniging besloten heeft tot uitvoering van de verduurzamingsmaatregelen en, indien van toepassing, aanvullende energiebesparende maatregelen of het zeer energiezuinig pakket waarvoor subsidie wordt gevraagd; en
- 2°
namens de vereniging met betrekking tot de uitvoering van die maatregelen of het zeer energiezuinig pakket overeenkomstig de omschrijving in het uitvoerdersformulier, bedoeld in het zevende lid, een offerte is geaccepteerd van het bouwbedrijf dat dit formulier heeft ondertekend;
- j.
indien het een aanvraag voor subsidie voor bouwbegeleiding als bedoeld in artikel 9, derde lid, betreft dient ook de offerte van de bouwbegeleider toegevoegd te worden, inclusief twee door de Minister beschikbaar gestelde referentieformulieren;
- k.
indien het een investering voor een ruimteverwarmingstoestel of een waterverwarmingstoestel als bedoeld in artikel 7, derde lid, onderdeel a, betreft, het thermische vermogen bij bivalente of referentieontwerptemperatuur van deze installatie;
- l.
indien het een investering voor een zonneboiler als bedoeld in artikel 7, derde lid, onderdeel b, betreft, de gegevens ten aanzien van de energetische opbrengst van deze installatie;
- m.
indien de subsidieaanvraag betrekking heeft op een investering voor dakisolatie dan wel zolder- of vlieringvloerisolatie in een appartementsgebouw via het isoleren van de bestaande zolder- of vlieringvloer bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdeel a, een verklaring van de vereniging dat de zolder of vliering onverwarmd is; of
- n.
indien de subsidieaanvraag betrekking heeft op een centrale aansluiting op een warmtenet als bedoeld in artikel 7, vierde lid, voor zover van toepassing, een verklaring van de vereniging dat het bestaande gebouw, waarop de desbetreffende investering betrekking heeft, geen centrale aansluiting op een warmtenet had voordat deze investering plaatsvond.
4.
De minister kan aanvullend bewijs opvragen waaruit blijkt dat het gebouw waarvoor subsidie wordt aangevraagd een monument is;
5.
De aanvraag voor subsidie die betrekking heeft op een investering door een rechtspersoon of natuurlijke persoon, niet-zijnde eigenaar-bewoner, bevat, onverminderd het eerste lid, de gegevens, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.
6.
Een aanvraag als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, subonderdeel 1°, bevat naast de gegevens en bescheiden, bedoeld in het derde lid, tevens een verklaring per eigenaar van een of meerdere huurwoningen, waaruit blijkt dat deze begunstigde van staatssteun niet meer steun ontvangt dan is toegestaan op grond van de de-minimisverordening.
7.
Een aanvraag als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, subonderdeel 2° en 3°, bevat naast de gegevens en bescheiden, bedoeld in het derde lid, tevens:
- a.
een verklaring per eigenaar van een of meerdere huurwoningen dat er geen sprake is van:
- 1°
een onderneming in moeilijkheden als bedoeld in de algemene groepsvrijstellingsverordening;
- 2°
een onderneming ten aanzien waarvan een bevel tot terugvordering van steun uitstaat als bedoeld in de algemene groepsvrijstellingsverordening; en
- 3°
ongeoorloofde cumulatie van steun op grond van de algemene groepsvrijstellingsverordening.
- b.
De geaccepteerde offertes waarin de maatregelen en de kosten daarvan zijn opgenomen waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
8.
Bij de aanvraag wordt meegezonden een door de Minister beschikbaar gesteld formulier dat is ingevuld en ondertekend door het bouwbedrijf dat een of meer in de artikelen 7, 8 en 9 bedoelde maatregelen zal uitvoeren. Het formulier betreft een omschrijving van de in het gebouw van de vereniging uit te voeren maatregelen onder vermelding, voor zover van belang voor de subsidieverstrekking, van de aantallen en de oppervlakten waarover de onderscheiden maatregelen worden uitgevoerd alsmede een bevestiging van de energetische kwaliteit van de uit te voeren maatregelen.
9.
Ingeval de aanvraag tevens betrekking heeft op een of meer andere gelijkwaardige energiebesparende isolatiemaatregelen dan als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdelen a en b, dan bevat de aanvraag een verklaring waarin aanvrager aangeeft dat hij beschikt over een verklaring als bedoeld in artikel 10, tiende lid.