Einde inhoudsopgave
Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017
Artikel 101
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2017
- Bronpublicatie:
26-07-2017, Stb. 2017, 317 (uitgifte: 17-08-2017, kamerstukken: 34588)
- Inwerkingtreding
01-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-08-2017, Stb. 2017, 318 (uitgifte: 25-08-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Preventie
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Staatsrecht / Grondrechten
Informatierecht / ICT-recht
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
1.
Door Onze betrokken Ministers gezamenlijk wordt een lid van de commissie van toezicht en een lid van de afdeling klachtbehandeling op non-actief gesteld, ingeval:
- a.
hij zich in voorlopige hechtenis bevindt;
- b.
hij bij een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
- c.
hij onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld ingevolge een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak.
2.
Door Onze betrokken Ministers gezamenlijk kan een lid van de commissie van toezicht en een lid van de afdeling klachtbehandeling op non-actief worden gesteld, indien hij wordt vervolgd wegens een misdrijf of indien er een ander ernstig vermoeden is voor het bestaan van feiten of omstandigheden die tot ontslag, anders dan op gronden vermeld in artikel 100, onder b en h, zouden kunnen leiden.
3.
In het geval, bedoeld in het tweede lid, eindigt de non-activiteit na drie maanden. Door Onze betrokken Ministers gezamenlijk kan de non-activiteit telkens met ten hoogste drie maanden worden verlengd. De non-activiteit wordt door Onze betrokken Ministers gezamenlijk beëindigd zodra de grond voor non-activiteit is vervallen.