Einde inhoudsopgave
Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017
Artikel 99
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2017
- Bronpublicatie:
26-07-2017, Stb. 2017, 317 (uitgifte: 17-08-2017, kamerstukken: 34588)
- Inwerkingtreding
01-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-08-2017, Stb. 2017, 318 (uitgifte: 25-08-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Preventie
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Staatsrecht / Grondrechten
Informatierecht / ICT-recht
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
1.
Voor de benoeming van de leden van de commissie van toezicht en de leden van de afdeling klachtbehandeling wordt door de Tweede Kamer der Staten-Generaal per vacature een voordracht van ten minste drie personen gedaan waaruit Onze betrokken Ministers een keuze maken. Bij haar voordracht slaat de Tweede Kamer zodanig acht als haar dienstig voorkomt op een door de vice-president van de Raad van State, de president van de Hoge Raad der Nederlanden en de Nationale ombudsman gezamenlijk opgemaakte aanbevelingslijst van ten minste drie kandidaten per vacature.
2.
Onze betrokken Ministers kunnen de Tweede Kamer verzoeken een nieuwe voordracht te doen.
3.
Aan ten minste twee van de drie leden van de afdeling toezicht, onder wie de voorzitter, en aan de leden van de afdeling klachtbehandeling dient door een universiteit dan wel de Open Universiteit waarop de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek betrekking heeft, de graad Bachelor op het gebied van het recht en tevens de graad Master op het gebied van het recht te zijn verleend, dan wel dienen zij aan een universiteit dan wel de Open Universiteit waarop de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek betrekking heeft, het doctoraat in de rechtsgeleerdheid of het recht om de titel meester te voeren te hebben verkregen.
4.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen graden, verleend door een universiteit, de Open Universiteit of een hogeschool als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, of daaraan gelijkwaardige getuigschriften worden aangewezen die voor de toepasselijkheid van het derde lid gelijk worden gesteld aan de in dat onderdeel bedoelde graad Bachelor op het gebied van het recht.
5.
Alvorens hun ambt te aanvaarden leggen de leden van de commissie van toezicht en de leden van de afdeling klachtbehandeling in handen van de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, af:
- a.
de eed of verklaring en belofte dat zij tot het verkrijgen van hun benoeming rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of onder welk voorwendsel ook, aan iemand iets hebben gegeven of beloofd, alsmede dat zij om iets in hun ambt te doen of te laten rechtstreeks noch middellijk van iemand enig geschenk of enige belofte hebben aangenomen of zullen aannemen;
- b.
de eed of belofte van trouw aan de Grondwet.
6.
De leden van de commissie van toezicht en de leden van de afdeling klachtbehandeling bezitten de Nederlandse nationaliteit.
7.
De leden van de commissie van toezicht en de leden van de afdeling klachtbehandeling kunnen niet tevens lid zijn van de toetsingscommissie.
8.
De leden van de commissie van toezicht en de leden van de afdeling klachtbehandeling vervullen geen betrekkingen waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op een goede vervulling van hun functie of op de handhaving van hun onpartijdigheid en onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin.
9.
De betrekkingen van de leden van de commissie van toezicht en de leden van de afdeling klachtbehandeling worden door de voorzitter openbaar gemaakt.