Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2024/1789 inzake de interne markten voor hernieuwbaar gas, aardgas en waterstof, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1227/2011, (EU) 2017/1938, (EU) 2019/942 en (EU) 2022/869 en Besluit (EU) 2017/684, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 715/2009 (herschikking)
Artikel 70 Vaststelling van netcodes en richtsnoeren
Geldend
Geldend vanaf 04-08-2024
- Bronpublicatie:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1789 (uitgifte: 15-07-2024, regelingnummer: 2024/1789)
- Inwerkingtreding
04-08-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1789 (uitgifte: 15-07-2024, regelingnummer: 2024/1789)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Europees energierecht
Energierecht / Energieopwekking
1.
De Commissie kan met inachtneming van de in de artikelen 71 tot en met 74 vastgelegde bevoegdheden gedelegeerde handelingen of uitvoeringshandelingen vaststellen. Dergelijke handelingen kunnen worden vastgesteld als netcodes op basis van door het ENTSB voor gas of het ENNOH opgestelde tekstvoorstellen of, wanneer zodanig in de krachtens artikel 71, lid 3, vastgestelde prioriteitenlijst is besloten, door de EU-DSB-entiteit, in voorkomend geval in samenwerking met het ENTSB voor gas, het ENNOH en ACER krachtens de in de artikelen 71, 72 en 73 vastgestelde procedure, of als richtsnoeren krachtens de in artikel 74 vastgestelde procedure.
2.
De netcodes en richtsnoeren:
- a)
voorzien in de minimale harmonisering die vereist is om de met deze verordening beoogde doelstellingen te verwezenlijken;
- b)
houden, in voorkomend geval, rekening met specifieke regionale kenmerken;
- c)
gaan niet verder dan voor de doeleinden van punt a) noodzakelijk is, en
- d)
zijn met ingang van 5 augustus 2026 van toepassing op alle interconnectiepunten in de Unie en de entrypunten van en exitpunten naar derde landen.
3.
De regulerende instanties kunnen tot 5 februari 2026 bij de Commissie een verzoek indienen om afwijking van de toepassing van de in lid 1 bedoelde netcodes en richtsnoeren bij entrypunten van en exitpunten naar derde landen krachtens lid 2, punt d). Het verzoek om afwijking wordt gelijktijdig bij de Commissie en bij ACER ingediend. Binnen drie maanden na de datum van ontvangst van het verzoek om afwijking doet ACER de Commissie een met redenen omkleed advies toekomen.
De Commissie neemt een besluit over het verzoek om afwijking, rekening houdend met het met redenen omklede advies van ACER en nadat zij heeft beoordeeld of de regulerende instantie:
- a)
heeft aangetoond dat een netcode of richtsnoer, of een specifiek element van die handelingen, niet op doeltreffende wijze bij entrypunten van en exitpunten naar derde landen kan worden toegepast. In het geval van interconnectiepunten met derde landen die zich krachtens een tussen de Unie en die derde landen gesloten overeenkomst verplicht moeten aanpassen aan het energieacquis van de Unie, met inbegrip van deze verordening, maar waar de toepassing of uitvoering niet is voltooid, wordt in het verzoek om afwijking vermeld welke bepalingen van deze verordening in het betrokken derde land niet op doeltreffende wijze zijn toegepast of uitgevoerd of welke technische voorschriften in het betrokken derde land, of het gebrek daaraan, de toepassing van de specifieke bepalingen van de desbetreffende netcode of het desbetreffende richtsnoer in de weg staan;
- b)
heeft uitgelegd welke maatregelen zijn getroffen om de belemmeringen voor de toepassing van de specifieke bepalingen van de desbetreffende netcode of het desbetreffende richtsnoer weg te nemen;
- c)
heeft aangetoond dat de afwijking geen afbreuk doet aan de goede werking van de interne markt voor aardgas, noch aan de leveringszekerheid van de Unie of van een lidstaat.
De afwijking beperkt zich tot de specifieke bepalingen die niet op doeltreffende wijze kunnen worden uitgevoerd en wordt voor een beperkte termijn toegekend.