Einde inhoudsopgave
Wetboek van Militair Strafrecht
Artikel 159
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1991
- Redactionele toelichting
Het titelopschrift is verplaatst naar art. 139.
- Bronpublicatie:
14-06-1990, Stb. 1990, 368 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken: 16813 )
- Inwerkingtreding
01-01-1991
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-1990, Stb. 1990, 583 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Militair strafrecht en strafprocesrecht
1.
Hij die opzettelijk en wederrechtelijk een dier, dat ten behoeve van de krijgsmacht wordt gebruikt, doodt, mishandelt, voor de dienst ongeschikt maakt of wegmaakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
2.
Indien hij het feit pleegt in tijd van oorlog wordt gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren opgelegd of geldboete van de vijfde categorie.