Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 2100/94 inzake het communautaire kwekersrecht
Artikel 42 Taken en bevoegdheden van de voorzitter
Geldend
Geldend vanaf 01-09-1994
- Bronpublicatie:
27-07-1994, PbEG 1994, L 227 (uitgifte: 01-09-1994, regelingnummer: 2100/94)
- Inwerkingtreding
01-09-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-07-1994, PbEG 1994, L 227 (uitgifte: 01-09-1994, regelingnummer: 2100/94)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De leiding van het Bureau berust bij de voorzitter.
2.
De voorzitter heeft daartoe met name de volgende taken en bevoegdheden:
- a)
hij neemt alle maatregelen, met inbegrip van het geven van interne administratieve instructies en het openbaar maken van mededelingen, die nodig zijn om het Bureau te doen functioneren overeenkomstig de bepalingen van deze verordening, de in de artikelen 113 en 114 bedoelde bepalingen, en de uit hoofde van artikel 36, lid 1, door de raad van bestuur vastgestelde regels of richtsnoeren;
- b)
hij legt jaarlijks een verslag over de werkzaamheden voor aan de Commissie en aan de raad van bestuur;
- c)
hij oefent ten aanzien van het personeel de in artikel 31, lid 2, bedoelde bevoegdheden uit;
- d)
hij legt de in artikel 36, lid 1, onder d), en artikel 47, lid 2, bedoelde voorstellen voor;
- e)
hij stelt overeenkomstig artikel 109, lid 1, de raming van ontvangsten en uitgaven van het Bureau op en voert de begroting van het Bureau uit overeenkomstig artikel 110;
- f)
hij verschaft de informatie waarom de raad van bestuur uit hoofde van artikel 36, lid 2, eerste streepje, verzoekt;
- g)
hij kan bij de raad van bestuur ontwerpen indienen tot wijziging van deze verordening, van de bepalingen bedoeld in de artikelen 113 en 114, alsook van elke andere regeling betreffende de communautaire bescherming voor kweekprodukten;
- h)
hij kan zijn bevoegdheden aan andere leden van het personeel van het Bureau delegeren overeenkomstig de in de artikelen 113 en 114 bedoelde bepalingen.
3.
De voorzitter wordt bijgestaan door een of meer vice-voorzitters. Wanneer de voorzitter door ziekte of anderszins verhinderd is, neemt de vice-voorzitter of een van de vice-voorzitters zijn plaats in overeenkomstig de door de raad van bestuur in de voorschriften of richtsnoeren uit hoofde van artikel 36, lid 1, vastgestelde procedure.