Einde inhoudsopgave
Advocatenwet
Artikel 46j [Afdoen bij voorzittersbeslissing]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
01-10-2014, Stb. 2014, 354 (uitgifte: 15-10-2014, kamerstukken: 32382)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-11-2014, Stb. 2014, 429 (uitgifte: 14-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Tuchtrecht
Juridische beroepen / Advocaat
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
Tot aan de behandeling van de klacht ter zitting kan de voorzitter van de raad van discipline besluiten dat:
- a.
de raad kennelijk onbevoegd is;
- b.
de klacht kennelijk niet-ontvankelijk is;
- c.
de klacht kennelijk ongegrond is; of
- d.
de klacht kennelijk van onvoldoende gewicht is.
2.
De beslissing als bedoeld in het eerste lid wordt met redenen omkleed. Daarbij wordt gewezen op het bepaalde in het vierde lid.
3.
Van de beslissing zendt de griffier van de raad onverwijld een afschrift aan de in het artikel 46i, eerste lid, tweede volzin, bedoelde personen en instanties.
4.
Artikel 46h is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de beslissing in het eerste lid.