Einde inhoudsopgave
Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek BES, tweede gedeelte
Artikel 26
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Landsverordening van 15 maart 2001, houdende het overgangsrecht ter zake van de wijzigingen die in de bestaande wetgeving in verband met de invoering van het nieuwe Burgerlijk Wetboek worden aangebracht, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
14-09-2010, Stb. 2010, 509 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
1.
Boek 3, titel 14 van de wet is van het tijdstip van zijn in werking treden af van toepassing op alsdan lopende arbitrages, voor zover daarvan niet bij de volgende leden wordt afgeweken.
2.
Op zaken welke vóór het in het eerste lid bedoelde tijdstip bij de rechter aanhangig zijn gemaakt door het indienen van een inleidend verzoekschrift, blijft het tevoren geldende recht van toepassing.
3.
Op zaken waarin vóór het in het eerste lid bedoelde tijdstip hoger beroep op de rechter is voorbehouden, blijven de artikelen 524 en 525 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, zoals dat totdien gold, van toepassing, met dien verstande dat na afloop van vijf jaren na dat tijdstip het voorbehoud van hoger beroep vervalt.