Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden
1.1.10.3 Steun voor bedrijfsvervangingsdiensten in de landbouw
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
21-12-2022, PbEU 2022, C 485 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/C 485/01)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2022, PbEU 2022, C 485 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/C 485/01)
- Vakgebied(en)
Staatssteun (V)
(301)
De Commissie zal steun voor bedrijfsvervangingsdiensten in de landbouw aanmerken als verenigbaar met de interne markt op grond van artikel 107, lid 3, punt c), van het Verdrag als die steun in overeenstemming is met deel I, hoofdstuk 3, van deze richtsnoeren, met de in de punten (279), (280) en (281) vermelde algemene voorwaarden voor steun voor technische bijstand en met de in deze afdeling vermelde voorwaarden.
(302)
De steun moet worden verleend in de vorm van gesubsidieerde diensten.
In aanmerking komende kosten
(303)
De steun dient voor de werkelijke kosten van de vervanging van een landbouwer, een natuurlijke persoon die lid van het landbouwhuishouden is, of een werknemer in de landbouw, tijdens hun afwezigheid van het werk als gevolg van ziekte, waaronder ziekte van hun kind of ernstige ziekte van een samenwonende persoon die constante zorg vereist, vakantie, moederschaps- en ouderschapsverlof, verplichte militaire dienst of overlijden, of voor de in punt (286), c), beschreven kosten.
(304)
De totale duur van de vervanging moet beperkt blijven tot drie maanden per jaar per begunstigde, met uitzondering van de vervanging voor moederschaps- en ouderschapsverlof en van de vervanging tijdens de verplichte militaire dienst. Bij moederschaps- en ouderschapsverlof moet de duur van de vervanging telkens beperkt blijven tot zes maanden. In naar behoren gemotiveerde gevallen kan de Commissie evenwel een verlenging van de periode van drie en zes maanden toestaan. Bij verplichte militaire dienst moet de duur van de vervanging beperkt blijven tot de duur van de dienst.
Steunintensiteit
(305)
De steunintensiteit mag ten hoogste 100 % van de in aanmerking komende kosten bedragen.