Einde inhoudsopgave
Scheepvaartverkeerswet
Artikel 38
Geldend
Geldend vanaf 01-09-1988
- Bronpublicatie:
07-07-1988, Stb. 1988, 352 (uitgifte: 28-07-1988, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 20289 Overheid.nl: 20289)
- Inwerkingtreding
01-09-1988
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-08-1988, Stb. 1988, 389 (uitgifte: 01-01-1988, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 4 tot en met 13 kan ten aanzien van de Nederlandse territoriale zee of daarop aansluitende scheepvaartwegen mede geschieden in het belang van de uitwendige veiligheid.
2.
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat hetgeen bij of krachtens de artikelen 4 tot en met 13 is bepaald en hetgeen door besturen van andere openbare lichamen dan het Rijk is bepaald bij of krachtens verordeningen die betrekking hebben op de ordening van het scheepvaartverkeer op scheepvaartwegen, geen toepassing vindt ten aanzien van schepen of andere vaartuigen, welke in gebruik zijn voor de uitvoering van de militaire taak.
3.
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat hetgeen bij of krachtens de artikelen 4 tot en met 13 is bepaald en hetgeen door besturen van andere openbare lichamen dan het Rijk is bepaald bij of krachtens verordeningen die betrekking hebben op de ordening van het scheepvaartverkeer op scheepvaartwegen, geen toepassing vindt ten aanzien van schepen of andere vaartuigen, welke worden gebruikt ten behoeve van de in die maatregel aangewezen overheidsdiensten.